Staat denationaliseert nog eens tien procent van ABN AMRO

De verkoop gebeurt de komende dagen via de Zwitserse bank UBS.

De Nederlandse staat wil het belang in ABN AMRO verder afbouwen naar ongeveer twintig procent. Dat melden ABN AMRO en de Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI). Nu heeft de Staat nog een belang van 30,5 procent in de vorm van certificaten van aandelen ABN AMRO.

De verkoop via het zogeheten vierde handelsplan treedt volgens NLFI de komende dagen in werking en zal worden uitgevoerd door de Zwitserse bank UBS. Onder het voorgaande derde handelsplan dat in juli werd afgerond, werd het overheidsbelang verkleind van 40,5 naar 30,5 procent. Die verkoop van certificaten van aandelen leverde de Staat bijna 1,6 miljard euro op. In september vorig jaar ging ook al een deel van ABN AMRO terug naar de markt. Toen was de opbrengst 1,17 miljard euro.

ABN AMRO werd tijdens de kredietcrisis van 2008 genationaliseerd om de bank van de ondergang te redden. In 2015 keerde de bank al terug naar de beurs. Maar daarbij werden niet meteen alle stukken aangeboden. Sindsdien wordt het belang van de overheid geleidelijk afgebouwd.

Volgens NLFI zal het handelsplan eindigen wanneer het maximale aantal certificaten is verkocht, maar het kan ook worden verlengd. De stichting die namens de Staat de overheidsbelangen in financiële instellingen beheert, zal regelmatig de voortgang beoordelen en kan het handelsplan ook onderbreken of beëindigen.

Op de Amsterdamse beurs is de koers van ABN AMRO dit jaar flink gestegen. ABN AMRO sloot maandag op 25,47 euro. Aan het begin van dit jaar stond de koers nog op bijna vijftien euro.

Demissionair minister van Financiën Eelco Heinen zegt in een Kamerbrief dat de verkoop de staatsschuld zal doen afnemen, maar geen effect heeft op de begrotingsruimte van het kabinet.

Related articles