Rabobank gaat voor groen
Om maar meteen met de lastige vraag te beginnen: waarom zou een for-profit opererende bank in hemelsnaam korting geven op de toch al lage rentes in de huidige markt, om zachte targets als duurzaamheid en diversiteit te belonen? Volgens Maarten Biermans (45), hoofd Sustainable Capital Markets van de Rabobank, is dat helemaal niet zo onlogisch: “Wij willen geld verdienen aan onze klanten en dat willen we vandaag. Maar dat willen we ook morgen. En wij denken te weten dat bedrijven die duurzaam opereren, ook toekomstbestendiger zijn. We zien dus graag bedrijven die duurzaamheidsdoelstellingen op een goede manier integreren in hun bedrijfsvoering.” Het is, kortom, zoals alles in de wereld van financiering, een spel van risk & reward; bedrijven die snel geld willen verdienen met roofbouw op het klimaat, plegen in wezen ook roofbouw op het financiële systeem, en dat is slecht nieuws voor de banken. Het systeem werkt als volgt: op het moment dat er een investering wordt gedaan of een lening wordt aangevraagd, gaan bank en klant met elkaar om tafel zitten, om een aantal doelstellingen af te spreken. Elk jaar gedurende de looptijd van de lening wordt bepaald hoeveel van deze KPI's behaald zijn en op basis daarvan wordt de korting berekend. Haalt men tweederde van de targets, dan wordt tweederde van de korting uitgekeerd.
Ambitieus
Het bepalen van de targets is natuurlijk het lastigst. "Soms hebben bedrijven heel ambitieuze doelstellingen, waarvan je meteen al ziet: dat gaat niet lukken. Dat is niet goed, want dan raken mensen gedesillusioneerd. Ze moeten echter betekenisvol zijn: dat wil zeggen, ze moeten te maken hebben met wat het bedrijf doet en ze moeten ook ambitieus zijn. Het mag niet zo zijn dat het bedrijf alleen gecommitteerd is aan dubbelzijdig printen." Geen symboolpolitiek dus, maar echt in de bedrijfsvoering meetbare resultaten.
Wat als een bedrijf zijn targets niet haalt? In plaats van het krijgen van een korting, betaalt de klant een hogere rente om het behalen van de doelstellingen te stimuleren. "We willen niet in de situatie komen waarin het milieu niet is geholpen en de banken toch meer geld krijgen. Wij committeren ons steevast aan de afspraak dat als de doelstellingen niet worden gehaald, de additionele inkomsten door de renteverhoging naar de Rabo Foundation gaan, zodat het geld toch wordt ingezet voor maatschappelijke doeleinden." Maarten Erkamp (36), verantwoordelijk voor relaties met private-equity-investeerders bij de bank, vult de details in. "Qua looptijd en grootte verschillen de financieringen niet. Je ziet ook dat partijen die investeren in acquisitie – financieringen, veranderen: op een Europees totaal van 27 miljard euro aan leningfondsen (zogenoemde CLO’s) zie je nu dat 2 miljard alleen beschikbaar is voor certified duurzame bedrijven, en dat percentage is groeiende."
‘We willen niet in de situatie komen waarin het milieu niet is geholpen en de banken toch meer geld krijgen’
Clustermunitie
Deze nieuwe vormen van financiering golven mee op de algemene maatschappelijke tendens naar duurzaamheid. "Mijn hypothese is dat als je ooit onderzoek gaat doen naar verantwoord investeren, je dan zult zien dat het uur U in 2007 was, met de uitzending van Zembla over de pensioenfondsen en hun betrokkenheid bij investeringen in clustermunitie." De eerste fase ging dus vooral over divestment uit ‘schadelijke’ industrieën, maar in de fase die nu aanbreekt, gaat het vooral om het verbeteren van de duurzaamheid, wat ook een kans biedt voor additionele waardecreatie.
Deze beweging is zichtbaar van de masters of the universe tot aan de klant in de supermarkt. Om maar bij de top te beginnen: Mark Carney, hoofd van de Britse centrale bank en Michael Bloomberg, de miljardair, bekend van de terminals en zijn burgemeesterschap van New York, zaten een taskforce voor die de gevolgen van de klimaatverandering ook in monetair opzicht zichtbaar kan maken voor financiële instellingen. Dan gaat het niet alleen om de directe gevolgen zoals overstromingsschade, maar ook over de transitierisico’s, namelijk de kosten die bedrijven moeten maken om toekomstproof te worden. Dit heeft geleid tot veel scherpere rapportage van duurzaamheidsdoelen in jaarverslagen van instellingen en ondernemingen.
Aan de andere kant is er natuurlijk ook de beweging van onderaf, dat wil zeggen: het gedrag van de consument. Hoewel beide mannen het erover eens zijn dat overheidsbeleid belangrijke kaders schept voor de regels waaraan investeringen moeten voldoen, komt de verandering voor een groot deel uit de maatschappij: mensen zijn zich steeds bewuster van de noodzaak van een evenwichtiger beleid en geven die mening door in hun consumptiegedrag en de stembus – niet alleen bij hun consumptie in de supermarkt, maar ook bij het afnemen van diensten bij financieel dienstverleners.
‘Wij willen geld verdienen aan onze klanten en dat willen we vandaag. Maar dat willen we ook morgen’
Revolutie
Deze signalen worden zeker ook opgepikt door de grote banken, limited partners en investeerders. Kleine privateequity-fondsen met maatschappelijke missies mogen zich er graag op laten voorstaan dat zij de voorlopers zijn in de duurzaamheidsrevolutie. Volgens de Rabobank lopen vooral de grote fondsen voorop: omdat zij de vertegenwoordigers zijn van grote maatschappelijke belangen, zijn zij de eerste die duurzaamheidsmanagers kunnen aanstellen en hebben zij de slagkracht om belangrijke transities, die letterlijk over biljarden gaan, zoals de energietransitie, te financieren. Ook hier komt het aloude spel van risk & reward weer om de hoek kijken: de omslag biedt interessante investeringskansen, terwijl de grote pensioenfondsen en andere belangrijke limited partners het zich niet meer kunnen veroorloven om blind te zijn voor de risico’s van hun strategie voor mens en milieu. Dat vertaalt zich ook in de belangrijke ratings van kredietbeoordelaars als Moody’s waar grote bedrijven op sturen: voorheen gingen die alleen over financiële stabiliteit, tegenwoordig komen er steeds meer duurzaamheidsratings en certificeringen op het gebied van duurzame bedrijfsvoering.
Uiteindelijk is zelfs een grote, moderne gedigitaliseerde bank ook onvermijdelijk gebonden aan zijn verleden. De geschiedenis van de Raiffeissen-Boerenleenbank speelt mee met de keuze voor dit model. Biermans: “Het heeft natuurlijk te maken met de manier waarop wij zijn ontstaan vanuit coöperaties, waarbij het inzetten van kapitaal gebeurde in de gemeenschap waar het kapitaal vandaan kwam. Vanuit die coöperatieve achtergrond is maatschappelijke impact van een nanciering altijd een doel."
Het is misschien ook iets Nederlands. Biermans: "Toen we met de eerste sustainable lening kwamen in een internationale transactie, hadden Amerikaanse banken zoiets van ‘what the’ [hier volgt een F-woord dat zich niet leent voor publicatie in een keurig zakentijdschrift]. De Nederlandse banken lopen hier echt voorop." Dat is niet voor het eerst, merkt Biermans op met de brede blik van een gepromoveerd filosoof met een grote historische basiskennis. "Met de VOC kon je ook al kiezen voor aandelen in schepen met soldaten en schepen zonder soldaten, als je daar tegen morele bezwaren had, maar toch wilde investeren." De koopman en de dominee moeten nu, net als toen, een goede balans vinden.