Zo beheers je de nieuwe infrastructuurcyclus: Tim Whittaker over waar investeerders echt waarde creëren

Van energietransitie tot digitale infrastructuur: hoe private infrastructuur het speelveld van risico, waardering en kansen voor institutionele investeerders opnieuw vormgeeft.

Infrastructuur ontwikkelt zich sneller dan ooit. De grenzen tussen traditionele en nieuwe infrastructuurassets verschuiven door de energietransitie, digitale connectiviteit en veranderende regulering. Wat ooit een relatief stabiele, contractgedreven asset class leek, vraagt vandaag om een veel dynamischere en meer toekomstgerichte benadering.

Voor institutionele investeerders roept dit fundamentele vragen op. Hoe waardeer je infrastructuurassets onder onzekerheid, structureer je deals die politieke en technologische veranderingen kunnen doorstaan, en balanceer je risico, rendement en impact over greenfield- en brownfieldstrategieën heen? En waar liggen vandaag precies de meest overtuigende kansen?

Weinig mensen zijn zo goed gepositioneerd om deze vragen te beantwoorden als Tim Whittaker, infrastructuurinvesteringsspecialist met meer dan twintig jaar ervaring in transacties, investeringsstrategie en toegepast onderzoek. Samen met professor Cyril Demaria doceert hij het programma Investing in Private Infrastructure bij het Amsterdam Institute of Finance.

In dit interview reflecteert Whittaker op de structurele verschuivingen die het infrastructuurlandschap veranderen, de valkuilen die deals kunnen ontsporen, de tools die investeerders nu nodig hebben en waarom zelfs ogenschijnlijk veilige gereguleerde nutsbedrijven een frisse blik vereisen.

Hoe energietransitie en data het infrastructuurlandschap hertekenen
Infrastructuur werd traditioneel vooral geassocieerd met langlopende, utility assets onder stabiele contracten. Dat beeld is inmiddels onvolledig. Gevraagd waar hij de grootste structurele verschuivingen in private infrastructuur ziet, begint Tim Whittaker bij de schaal en snelheid van verandering. “De asset class ontwikkelt zich op een manier die haar bijna onherkenbaar maakt vergeleken met tien jaar geleden. Dat brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, maar ook interessante kansen.”

Voor de meeste infrastructuurinvesteerders worden de gesprekken vandaag gedomineerd door twee thema’s: de energietransitie en de digitale economie. “In de energietransitie richtten investeerders zich voorheen vooral op transmissie, distributie en renewables. Vandaag is het landschap veel breder en meer onderling verbonden. Opslag, netflexibiliteit, slimme meters, laadinfra voor elektrische voertuigen en vraagsturende technologieën worden allemaal kritieke onderdelen van het systeem. Infrastructuur gaat niet langer alleen over capaciteitsuitbreiding, maar steeds meer over het mogelijk maken van systeemstabiliteit.”

Een vergelijkbare verschuiving is zichtbaar in de digitale economie. “Daar zien we enorme belangstelling voor datagedreven assets, en dat is terecht. Deze assets zijn in feite essentiële infrastructuur geworden. Economisch gedragen ze zich als traditionele nutsbedrijven, met hoge vaste kosten en relatief stabiele kasstromen. Maar de extra dimensie van technologisch gedreven veroudering en snelle vraaggroei maakt ze dynamischer en operationeel intensiever dan wat we vroeger als ‘infrastructuur’ bestempelden.”

Deze veranderende realiteit vraagt ook om een andere mindset bij investeerders. “De traditionele mindset van infrastructuurinvesteerders, waarbij je langlevende assets onder stabiele contracten bezit, is aan het kantelen. De meest succesvolle investeerders en beleggers zijn verschoven van passieve kapitaalverschaffers naar langetermijnbeheerders van complexe ondernemingen, met als doel hoogwaardige diensten aan hun klanten te leveren.”

New at AIF: Investing in Private Markets Series 2026
Learn from the experts shaping the future of private markets: Investing in Private Real Estate (23-24 March), Investing in Private Debt (25-26 March) and Investing in Private Infrastructure (11-12 May).

Voorbij het narratief ‘infrastructuur staat gelijk aan stabiliteit’
Infrastructuurinvesteringen combineren vaak een lange horizon met politiek risico en technische complexiteit. Gevraagd naar de meest voorkomende valkuilen in de manier waarop investeerders infrastructuurdeals beoordelen of structureren, hoeft Whittaker niet lang na te denken. “De eerste is te veel leunen op het idee ‘infrastructuur staat gelijk aan stabiliteit’. Zelfs gecontracteerde assets kunnen een aanzienlijke blootstelling hebben aan vraagverschuivingen, tegenpartijrisico, volatiliteit in inputprijzen en politieke herijking. Stabiliteit moet worden aangetoond met bewijs, niet verondersteld.”

Dat werkt twee kanten op. “Investeerders kunnen veel waarde creëren als zij in staat zijn om stabiliteit voor de asset te beheren of zelfs te creëren. Maar net zo goed kan er veel waarde verdwijnen als de investeerder zich niet voldoende realiseert dat het om grote, complexe assets gaat.”

Een tweede valkuil is volgens hem het behandelen van risico als iets statisch. “Veel modellen steunen op lineaire prognoses, terwijl de onderliggende drijfveren, politieke beleidskaders, technologieën en consumentengedrag over een horizon van twintig of dertig jaar flink kunnen veranderen. Een goede investeerder moet dat onderkennen en de assets zó managen dat de waarde wordt gemaximaliseerd wanneer nieuwe risico’s opkomen.”

Ten slotte onderschatten investeerders vaak de operationele complexiteit. “Grote Europese nutsbedrijven zijn bijvoorbeeld ongelooflijk complex om te runnen, maar in het verleden hebben investeerders daar een premie voor betaald om vervolgens hun geld te verliezen.” Wat de beste investeerders volgens hem onderscheidt, is “een diep begrip van governance, incentives en operationele capaciteiten.”

Brug tussen theorie en praktijk: tools voor investeerders van nu
In het programma Investing in Private Infrastructure begeleiden Whittaker en professor Cyril Demaria de deelnemers langs waardering, fondsstructuren en realistische casesimulaties. “Een van de doelen is om deelnemers tools te geven die zij direct kunnen toepassen in hun dagelijkse werk. We focussen op het slaan van een brug tussen conceptueel begrip en praktische uitvoering.”

Allereerst krijgen deelnemers een veel scherper beeld van hoe je infrastructuurassets onder onzekerheid waardeert. “We gaan verder dan eenvoudige DCF-modellen en kijken hoe je regulatoire trajecten, technologische verandering en neerwaartse scenario’s in cashflowmodellen integreert. Dat is vandaag extra belangrijk, nu markten worstelen met thema’s als kannibalisatie in renewables of veranderende regulatoire prikkels in nutssectoren.”

De tweede pijler is dealstructurering. “Aan de hand van cases leren deelnemers hoe governance-rechten, aandeelhoudersovereenkomsten en mechanismen voor risicodeling de uitkomsten minstens evenveel beïnvloeden als de waardering zelf. Begrip van fondseconomie, incentives en de relatie tussen GP en LP is ook een belangrijk onderdeel om met meer vertrouwen kansen te kunnen beoordelen.”

Tot slot helpen de cases deelnemers om echte trade-offs door te denken. “Of het nu gaat om een greenfield offshore windproject of de overname van een bestaande gereguleerde utility, ze zien hoe operationele, regulatoire en financiële factoren op elkaar inwerken.” Het doel, legt hij uit, is “om het vermogen te ontwikkelen om betere vragen te stellen, aannames te bevragen en een meer gedisciplineerde, evidence-based benadering van infrastructuurinvesteringen te hanteren.”

Waar vandaag kansen liggen: renewables, digitaal en utilities
Het programma bestrijkt zowel greenfield- als brownfieldinvesteringen, in renewables, digitale infrastructuur en utilities. Gevraagd waar hij vandaag de meest overtuigende kansen ziet, kiest Whittaker voor een systeembrede blik. “In zowel greenfield- als brownfieldmarkten worden de kansen op dit moment bepaald door macro-economische omstandigheden, beleidsrichting en de veranderende rol van infrastructuur in de reële economie.”

“Bij renewables is de belangrijkste uitdaging niet langer alleen het bouwen van capaciteit, maar het omgaan met kannibalisatie. Met kannibalisatie bedoelen we het effect waarbij perioden van zeer hoge productie uit hernieuwbare bronnen, bijvoorbeeld op heel zonnige of winderige dagen, de stroomprijzen omlaag drukken, soms zelfs naar negatieve niveaus. Naarmate er meer capaciteit wordt toegevoegd, kan elke extra megawatt de gerealiseerde prijs voor alle bestaande producenten verlagen.”

In dat licht worden co-locatie en flexibiliteit cruciaal. “Daarom wordt co-locatie met opslag steeds belangrijker. Door renewables te combineren met batterijen of andere flexibiliteitsoplossingen kunnen projecten hun productie verschuiven van perioden met lage prijzen naar momenten met een hogere systeemwaarde. Naar mijn overtuiging behoren greenfieldkansen waarin renewables en opslag worden gecombineerd als geïntegreerde flexibiliteitsassets, in plaats van stand-alone productie, tot de meest aantrekkelijke gebieden voor nieuwe investeringen.”

Aan de digitale kant zien we een verwant verhaal. “In digitale infrastructuur blijven de vraag naar data, connectiviteit en lage latency de investeringen in datacenters en glasvezel ondersteunen. Maar deze assets worden operationeel intensiever, waarbij energie, koeling en technologiecycli allemaal zorgvuldig moeten worden meegenomen in de underwriting.”

In gereguleerde utilities zorgen hogere inflatie en de energietransitie nog steeds voor aanzienlijke investeringsbehoeften, maar de focus van toezichthouders verschuift. “Regulators richten zich in toenemende mate op betaalbaarheid. Dat vergroot de waarde van efficiënte operators en van regulatoire kaders die consumentenbescherming in balans brengen met geloofwaardige langetermijninvesteringssignalen.”

Risico, rendement en impact in balans brengen vraagt daarom om wat Whittaker een systeembenadering noemt. “De meest overtuigende kansen liggen vaak daar waar investeerders helpen om systeemknelpunten op te lossen, zoals flexibiliteit in elektriciteitsmarkten of bottlenecks in digitale netwerken, in plaats van simpelweg meer van dezelfde capaciteit toe te voegen.”

Lessen uit regulering: aannames over ‘veilige’ utilities herzien
Meer dan twintig jaar lang werkte Whittaker op het snijvlak van onderzoek en praktijk in infrastructuurinvesteringen. Een recente ontwikkeling heeft zijn denken verder aangescherpt. “Wat mij echt aan het denken heeft gezet, is de impact van de stijgende kosten van levensonderhoud op de regulering van nutsbedrijven in Europa. Jarenlang werden gereguleerde netwerken gezien als relatief stabiel, omdat toegestane rendementen voorspelbaar waren en langetermijninvesteringen ondersteunden. Maar nu energie- en nutsrekeningen een politiek gevoelig onderwerp zijn geworden, zijn toezichthouders in meerdere EU-markten begonnen met het verlagen van toegestane rendementen en leggen zij veel meer nadruk op betaalbaarheid voor huishoudens.”

Dit is meer dan een tijdelijke aanpassing. “Zelfs goed gereguleerde utilities zijn nu blootgesteld aan een nieuwe vorm van regimerisico die niet primair door ideologie, maar door maatschappelijke druk wordt gedreven. Het onderstreept dat stabiliteit in deze sector voorwaardelijk is: regulatoire kaders die rendementen ooit beschermden, kunnen zich snel aanpassen wanneer betaalbaarheid voor consumenten prioriteit krijgt.”

Voor investeerders is de les duidelijk. “We moeten waarderingen stresstesten op scenario’s waarin toegestane rendementen dalen, kosten niet langer volledig kunnen worden doorberekend of investeringsplannen strenger worden getoetst. De lang gekoesterde aanname dat gereguleerde utilities stabiele, geïsoleerde rendementen opleveren, moet in het licht van deze ontwikkelingen opnieuw worden bekeken.”

Lees ook:
> Kapitaalallocatie herdefiniëren: professor Cyril Demaria over de opmars van private markets
> De nieuwe realiteit van private debt: Olya Klüppel over risico, veerkracht en langetermijnwaarde

Maak kennis met de expert
Tim Whittaker PhD, Director EDHEC Infra & Private Assets Research Institute
Whittaker is een infrastructuurinvesteringsspecialist met meer dan twintig jaar ervaring in transacties, investeringsstrategie en toegepast onderzoek. Hij heeft uitgebreid gewerkt binnen de volledige infrastructuurasset class en brengt een sterke combinatie van academische diepgang en praktische expertise in bij investeringsbeslissingen. Whittaker promoveerde in Finance aan Griffith University, behaalde een Master of Finance (Business) aan Queensland University of Technology en dubbele bacheloropleidingen in Commerce en Economics aan de University of Queensland.Gedurende zijn loopbaan heeft hij bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van kennis en praktijk op het gebied van infrastructuurinvesteringen, met een focus op rigoureuze analyse, innovatie in portefeuillesamenstelling en het verkleinen van de kloof tussen onderzoek en implementatie.
Ontdek de expertise en programma’s van Tim Whittaker

———————————————————————-

Over de Investing in Private Markets Series

1. Investing in Private Real Estate

Met Prof. Cyril Demaria en Zoltan Szelyes

Begrijp hoe private vastgoed waarde toevoegt aan portefeuilles
Inzicht in fondsstructuren, strategieën en performance-indicatoren
Pas waarderingsmethoden toe om kansen te identificeren

Bekijk het programma | Schrijf je in

2. Investing in Private Debt

Met Prof. Cyril Demaria en Olya Klüppel

Begrijp private credit: strategieën, structuren, instrumenten
Analyseer kansen en risico’s met frameworks en cases
Positioneer private debt voor diversificatie en rendement

Bekijk het programma | Schrijf je in

3. Investing in Private Infrastructure

Met Prof. Cyril Demaria en Tim Whittaker

Begrijp de volledige waardeketen van infrastructuurinvesteringen
Beheers strategieën, modellen en waarderingsmethoden
Krijg institutioneel inzicht in fondsen, performance en portefeuillebouw

Bekijk het programma | Schrijf je in

Meer weten over deze programma’s? Bel AIF op +31 20 246 7140 of mail naar info@aif.nl.

———————————————————————-

Dit is een bijdrage van onze kennispartner Amsterdam Institute of Finance.

Related articles