Patrick Krol constateert toename van licentiedeals binnen biotechnologie

Patrick Krol, oprichter en portfoliomanager van investeringsfonds Aescap Life Sciences, reflecteert op 2022.

Aescap heeft momenteel twee fondsen: Aescap Life Sciences en Aescap Genetics. Aescap Life Sciences, opgericht in 2016, investeert in beursgenoteerde biotchbedrijven. In januari 2022 is Aescap Genetics opgericht, dat investeert in zogeheten genetische geneesmiddelen. Patrick Krol constateert een duidelijke ontwikkeling in de afgelopen jaren binnen biotech: meer licentieovereenkomsten dan M&A-deals. Daarnaast ook een langzaam herstel van de beurskoersen: ‘’In 2021 gingen de gemiddelde koersen van biotechbedrijven hard onderuit: -21 procent voor de S&P Biotech Index. Iedereen dacht dat er herstel zou optreden. Maar in 2022 gingen ze nog verder omlaag om vanaf de zomer zijwaarts te bewegen, de bodem lijkt bereikt, maar de daling over 2022 voor de Index was wel nog eens 26 procent.’’

Biotechnologie blijft in ontwikkeling. Er zijn een aantal fases te onderscheiden, volgens Krol. In de eerste fase hadden farmaceutische bedrijven een chemische basis. In de tweede fase ontstonden er geneesmiddelen, die werden geproduceerd door levende organismen. Farmaceutische bedrijven gaan nu de derde fase in: het produceren van genetische medicijnen met als doel het beïnvloeden van het DNA of RNA in een cel.

Vertraging

De afgelopen paar jaar werd gekenmerkt door de COVID-19-pandemie. De pandemie had niet alleen gevolgen voor de samenleving, maar ook voor de ontwikkeling van geneesmiddelen. ‘’De tweede helft van 2022 is een goed jaar geweest. In de eerste helft zag je nog strubbelingen als gevolg van de pandemie. Door de pandemie waren klinische studies – waar ziekenhuizen aan deelnemen – op de achtergrond gekomen en vertraagd. Dat is geen goed nieuws, want dat moet je communiceren naar je investeerders en die worden daar niet blij van. Sinds de zomer is er wel goed nieuws: van goedkeuringen van producten tot positieve klinische studies.’’

Een aantal ontwikkelingen op medisch gebied is noemenswaardig. De opkomst van gen-, RNA- en celtherapieën, die de komende jaren steeds belangrijker zullen worden en meer zullen worden gebruikt, is een belangrijke ontwikkeling. ‘’Wat daar zo bijzonder aan is, is dat die geneesmiddelen de oorzaak van een ziekte aanpakken en niet de symptomen. Dat wordt wel genetische geneesmiddelen genoemd. Dat is een trend die oprukt en die niet te stoppen is. Het aanpakken van de oorzaak leidt tot een kostenverlaging voor de maatschappij en tot een betere kwaliteit van het leven.’’

In september 2022 is door Eisai en Biogen naar buiten gebracht dat het geneesmiddel Lecanemab een werkend effect heeft. Lecanemab vertraagt de gevolgen van de ziekte van Alzheimer met 27 procent gedurende het gebruik over achttien maanden. In januari van dit jaar heeft de Amerikaanse medische toezichthouder FDA goedkeuring verleend voor het geneesmiddel. ‘’Er zijn miljarden geïnvesteerd en honderden medicijnen getest. Nooit werkte er iets. Voor het eerst is er een doorbraak, weliswaar niet goed genoeg voor ons als insiders, maar het is wel een mooie eerste stap. Voor mensen die de ziekte van Alzheimer hebben, is het een mooi eerste geneesmiddel’’, vertelt Patrick Krol.

Hoe is het de laatste jaren gegaan met M&A binnen de sector?

‘’Qua M&A-activiteit zijn 2021 en 2022 geen topjaren geweest. Wat het laatste jaar wel heel hard gaat, is het aantal licentiedeals dat wordt afgesloten. Iedereen wil aan tafel zitten bij de ontwikkelingen van de nieuwe technologieën. Maar ondernemingen willen nooit in hun hemd staan, omdat ze de verkeerde overname hebben gedaan. Die betalen liever drie keer meer na een paar jaar, maar dan met meer zekerheid. Zij realiseren zich wel dat ze deze trein niet moeten missen. Rondom genetische geneesmiddelen zie je dat al die grote jongens een samenwerking willen met de bedrijven die daarin zijn gespecialiseerd.’’

Patrick Krol constateert dat er steeds meer licentieovereenkomsten worden gesloten. Twintig jaar geleden werd er minder vaak gebruik gemaakt van licentieovereenkomsten. Het uitlicenseren is een gebruikelijke strategie voor jonge biotechbedrijven om zonder noodzakelijke financieringsrondes toch de nodige cash op te halen en bovendien extra toekomstige omzet te genereren middels royalty-inkomsten. Deze strategie houdt in dat één of meer producten die zich nog in de preklinische of klinische ontwikkeling bevinden worden uitgelicenseerd. In de praktijk bestaat zo’n licentieovereenkomst uit samenwerkingen tussen de grote farmaceutische bedrijven en de jonge biotechbedrijven. ’’Een biotechbedrijf heeft één of meerdere technologische platformen. Daarmee kun je veelal geneesmiddelen ontwikkelen voor veel ziektes, maar je kunt zelf maar werken aan een paar daarvan. Je moet daar dus keuzes in maken. Vaak zijn dat dan maximaal drie ziektegebieden. De rest kan je wel exploiteren door producten uit te licenseren. Dat is niet alleen interessant voor beide bedrijven, maar ook goed voor patiënten.’’

‘’Licentieovereenkomsten zijn er groot en klein’’, vervolgt Krol. ‘’Ze bestaan veelal uit een zogenaamde ‘upfront payment’ van zeg tussen de tien en 500 miljoen euro met daarnaast steeds vaker een koop van vijf tot twintig procent equity van de licentiegever. De licentienemer krijgt de mogelijkheid om voor één of soms wel tien ziekten met de technologie van de licentiegever geneesmiddelen te ontwikkelen. De licentienemer vindt het interessant om ook als aandeelhouder aan tafel te zitten om op de voet te volgen wat er zoal gebeurt. Mocht de technologie en de daarvan afkomstige geneesmiddelen goed blijken te werken, wordt het jongere bedrijf vaak gekocht. Licentieovereenkomsten zijn een soort van uitstel om later het bedrijf te kopen als er meer zekerheid is.’’

In de licentieovereenkomst worden er tevens afspraken gemaakt voor mijlpaalbetalingen. Deze betalingen worden bij een vooraf afgesproken mijlpaal gedaan. ‘’Bijvoorbeeld een betaling van 20 miljoen euro op het moment dat het eerste product op mensen getest zal worden en wederom wanneer het op de markt komt, wanneer de eerste 100 miljoen euro omgezet gemaakt wordt, et cetera. We hebben het dan echt in totaal over enorme bedragen. Zo’n licentieovereenkomst met al die betalingen tezamen is zomaar een miljard euro. De helft van de mijlpaalbetalingen moet meestal worden voldaan over de periode tot en met het moment dat het product wordt gelanceerd. Royalty’s lopen uiteen van twee tot 30 procent, hetgeen helemaal afhankelijk is in welke fase een product uitgelicenseerd wordt. Moet alles nog ontwikkeld worden, dan hebben we het over twee tot vijf procent. Zit het product al in een laatste klinische fase van ontwikkeling dan kan het afhankelijk van de concurrentie voor de licentie tot wel 30 procent zijn. Omdat zodra je een geneesmiddel succesvol ontwikkeld hebt je het over de hele wereld kunt verkopen, zijn de bedragen die in de industrie betaald worden zo hoog. Daarmee kunnen bedrijven hun R&D bekostigen.’’

Is het niet een gevaar voor venture capital fondsen dat zij dan minder vaak kapitaal hoeven te verstrekken?

‘’Ik zie nu dat venture capital fondsen hun portfolio bedrijven aanmoedigen om licentieovereenkomsten te sluiten, vanwege het feit dat er zo minder geld wordt verbrand. Sommige venture capital fondsen willen het liever niet, die stellen alle mogelijke kroonjuwelen aan boord te willen houden. Voor ons als investeerder in beursgenoteerde biotechbedrijven is een uitgestelde M&A-deal jammer. De gemiddelde M&A-premie over de laatste vijf jaar is meer dan 80 procent. Anderzijds is het ook veel waard dat er veel geld binnenkomt na een licentiedeal, er geen kapitaal moet worden opgehaald en dat onze aandelen niet verwateren.’’

Verschillen

Een verschil ten opzichte van andere sectoren is dat binnen biotech de waarderingen van elkaar kunnen verschillen. Het is, aldus Patrick Krol, geen harde wetenschap. ‘’De biedingen van de verschillende kopers liggen veel meer uit elkaar dan in de andere sectoren. Dat is ook niet zo vreemd. Iedereen kan op basis van omzet en winst bepalen dat een bedrijf zoveel waard is. In biotech ligt de winstpotentie vaak ver in de toekomst en gaat het er dus om wat een technologie waard is. Dat is veel lastiger te bepalen. Je ziet daardoor enorme verschillen in de biedingsprijzen. Bij beursgenoteerde bedrijven in Amerika moeten na het sluiten van de deal de onderhandelingsgegevens met alle partijen openbaar gemaakt worden. Dat kan soms ongemakkelijke situaties geven. Dan kun je zien dat een bedrijf tweeënhalf keer meer heeft geboden dan de nummer twee.’’

Zijn er valkuilen?

‘’Een duidelijke valkuil is dat een bedrijf wordt overgenomen en dat de belangrijke werknemers vertrekken. Het brein achter het bedrijf moet dus aan boord worden gehouden. Maar dit soort ondernemende techneuten gedijen slecht in een corporate omgeving. Die mensen raken erg gefrustreerd door de beperkingen die ze krijgen opgelegd in het bedrijf dat wordt overgenomen. Dan krijgen zij de bewijsdrang dat hun visie de juiste visie is. Die mensen hebben ooit de technologie ontwikkeld en weten zowel de slechte als de goede kanten. Met de start van een nieuw bedrijf gaan ze dan een verbeterde technologie lanceren. De laatste vijf jaar zien we dat multinationals deze valkuil erkennen. In het begin handhaven ze de naam van de overgenomen partij en proberen stapje voor stapje het overgenomen bedrijf te integreren. Dit werkt in zo’n 50 procent van de gevallen. Ondernemers zijn nu eenmaal niet zo makkelijk tevreden te houden. Ze hebben een visie, een droom, en alles en iedereen moet daarvoor wijken.’’

Wat maakt een goed managementteam binnen biotech?

‘’Enerzijds mensen die in deze complexe industrie met veel regels en valkuilen alles hebben doorlopen. Anderzijds ook jonge mensen die zaken enorm aanjagen en alles challengen. Je moet die combinatie hebben van enerzijds de senior mensen en anderzijds de jonge mensen die alles ter discussie willen stellen. Een kritiek punt – zeker in Europa – is een goed managementteam. Er zijn namelijk te weinig rolmodellen. 70 procent van de Europese biotechbedrijven worden al voordat ze volwassen zijn gekocht door Amerikaanse partijen. Dat gebeurt keer op keer.’’

Het blijft dus niet in eigen huis.

‘’Je ziet dat het af en toe anders kan, maar dat zijn dan heel sterke ondernemers die het adagium hebben dat ze niet verkocht willen worden.’’

 

Gerelateerde artikelen