‘Advocaat, vrouw, M&A? You can have it all!’
Ze vallen beiden maar met de deur in huis: dit is zeker geen pleidooi voor minder mannen in het relatief kleine en selecte Nederlandse M&A-wereldje! “Echt niet”, zegt Denise Ozmis, Legal Director binnen de Corporate M&A groep van advocatenkantoor Baker McKenzie. Haar collega, Mirjam de Blécourt, beaamt haar woorden. “Maar waar het uiteindelijk om gaat, is dat I&D voor meer kwaliteit gaat zorgen.”
Beide advocaten besloten tot een reactie na het zien van een advertentie met foto’s van recente M&A Awards-winnaars. “Met daarop alleen maar mannen”, glimlacht Denise Ozmis (34). “We dachten beiden; ‘dit kan echt wel anders…’”
Vandaar de afspraak om voor M&A Magazine samen te komen op het kantoor van Baker McKenzie aan de Amsterdamse Zuidas. En een zwaar, laat staan beladen, gesprek over meer vrouwen en meer culturen in de advocatuur en het bedrijfsleven werd het zeker niet. Integendeel; twee professionals, volgens vriend en vijand absolute toppers in hun eigen vakgebied, vrijuit pratend over I&D.
Denise Ozmis geldt als opkomende ster in de M&A-advocatuur. Al op de universiteit, tijdens haar studie rechten in Utrecht, besloot ze voor de dynamiek van fusies en overnames te gaan. Bij Baker McKenzie is ze nu, bij onderhandelingen, vaak in de lead. “Ik regel het voor de cliënt”, zegt ze zelfbewust. En, zonder valse bescheidenheid, maar even vastberaden: “Ja, mijn doel is snel partner bij ons kantoor te worden.”
Schoolvoorbeeld van I&D in mannenbastion
Denise is een schoolvoorbeeld van I&D in een mannenbastion, want zo wordt de M&A-branche gezien. Want: vrouw, en ‘ook nog eens’ met Turkse roots…
Zelf doet ze over dat laatste heel nuchter: “Ik ben opgegroeid in Ede met veel familie om mij heen, waaronder mijn anderhalf jaar jongere zus. Die heeft een baan in leadership, bij het UWV. En die Turkse afkomst? Thuis leerden we eerst perfect Nederlands spreken, tot we ongeveer tien jaar waren. Daarna kwam pas dat Turks spreken, verstaan. De voornamen van mijn zus en mij ontbreken in de Turkse namenlijstjes. Ik heb de Nederlandse nationaliteit. Of ik me Nederlandser voel dan Turks, of misschien juist wel omgekeerd? Ik voel me mens, ik bén mens. Maar door mijn Turkse achtergrond heb ik wel toegang tot 80 miljoen inwoners van dat land, ik begrijp de achtergronden.”
Als Denise spreekt, kijkt Mirjam de Blécourt (57) glimlachend naar haar jongere collega. Een beetje trots en bewonderend ook, zo lijkt het. Als partner bij Baker McKenzie heeft de senator – sinds 2019 is ze voor de VVD lid van de Eerste Kamer – zeker haar sporen als voorvechter voor I&D binnen het kantoor, maar ook in de rest van Nederland en ver daarbuiten, achtergelaten.
In de Champions League van de advocatuur
Zelf speelt Mirjam al vele jaren in de Champions League van de advocatuur. Zo werd ze vier keer tot beste vrouwelijke arbeidsrechtadvocaat van Europa gekozen tijdens de European Women in Business Law Awards. En nog eens zes keer tot Band 1 in Chambers en Partners. Daarnaast staat ze steevast in de Opzij-lijst van Top 100 invloedrijkste vrouwen van Nederland en in de Volkskrant Top 200 van invloedrijkste Nederlanders.
Inclusiviteit en diversiteit? Mirjam de Blécourt schreef zo ongeveer het draaiboek om in Nederland tot meer gendergelijkheid te komen. Letterlijk ook: ze was één van de grondleggers van de wet met het streefcijfer voor een evenwichtige zetelverdeling tussen mannen en vrouwen in Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen van grote ondernemingen. “Ik wilde eigenlijk helemaal geen advocaat worden, toen ik jong was”, vertelt ze. “Ik dacht meer aan kinderrechter, tandarts of de journalistiek. Leven zoals Christiane Amanpour, de Brits-Iraanse CNN-correspondent, dát leek me fantastisch.”
Arbeidsrecht, omdat het over mensen gaat
Het werd uiteindelijk toch die advocatuur, en vanaf het begin bij Baker McKenzie, toen nog Caron & Stevens genaamd. En arbeidsrecht, omdat het over mensen en niet alleen over geld gaat en ging. Een vrouw in een – destijds zeker nog – mannenwereld die zich naar de top werkte. Naar haar werd ‘De methode De Blécourt’ vernoemd: de stoelendans-manier, een wijze van reorganiseren uit de jaren negentig waarbij functies van werknemers vervallen, waarbij werknemers vervolgens kunnen solliciteren op nieuw gecreëerde functies. Op deze manier door Mirjam de Blécourt uitgedokterd bij een overname in de IT-branche. De advocaat wist hiermee voor haar cliënt te voorkomen dat die al zijn jonge werknemers moest laten gaan volgens het last-in-first-out principe.
Eyeopener voor haar, daar waar het I&D betreft, was destijds: de door haar felbegeerde positie van partner ging naar een man, terwijl er plaats was voor twee en zij minstens zo succesvol was. Uiteindelijk weet ze dat partnerschap – mede door een maand thuis te blijven en te flirten met een ander kantoor – alsnog te bemachtigen. In een interview met Advocatie Magazine zegt ze daar in 2021 openhartig over: “Dat was echt heel spannend. Het kon mijn loopbaan maken of breken. Ik nam een groot risico, maar dacht ‘als het mijn kop kost, ga ik wat anders doen’.”
‘Iets bereiken, niet alleen vanaf de zijlijn roepen’
Over de mede door haar geschreven Wet Streefcijfers – sinds 2013 van kracht en die het gehele bedrijfsleven verplicht tot uitleg als er binnen de RvB of de RvC van ondernemingen geen evenwichtige man-vrouwverhouding is: “Ik schreef op persoonlijke titel, samen met een groep zeer politiek betrokken vrouwen. Ja, we konden echt met z’n allen iets bereiken, niet alleen vanaf de zijlijn roepen.”
Al eerder, in 2006, startte De Blécourt met een aantal andere vrouwen, waaronder Marry de Gaay Fortmann, uit de advocatuur samen met OSR het Women Leadership Program. Met als doel: een einde maken aan het mannenkartel. “Er zijn zeker stappen gezet. Je ziet zelfs dat er nu bedrijven zijn die niet meer in zee willen met advocatenkantoren zonder evenwichtige man-vrouw verhouding.”
En juist dat evenwicht – of beter gezegd het ontbreken daarvan – op de M&A Award foto’s viel bij zowel Mirjam de Blécourt als Denise Ozmis ‘een beetje verkeerd’. “Alleen maar blanke mannen in pak? Dat kan anno 2022 echt niet meer”, zegt Ozmis. En niet met een zuur ‘Kijk mij nou eens feministe zijn-gezicht’, maar breed glimlachend.
‘Kies je voor M&A, dan kies je voor dynamiek’
“Dit wil ik jonge vrouwen die nu op de universiteit zitten, meegeven over de M&A-advocatuur”, vervolgt ze. “Kies je voor deze tak van sport, dan kies je voor dynamiek, voor keihard werken, work hard, play hard. Ik heb weleens het idee dat vrouwelijke studenten bang voor dit wereldje worden gemaakt. Onzin, voor work-life balance ben je immers ook zelf verantwoordelijk. Mijn tip: stippel niet van tevoren je gehele carrière uit, ga recht op je doel af, maak keuzes als de noodzaak daartoe zich aandient. Advocaat, vrouw, M&A? You can have it all!”
Bij kantoren, juist ook op de Zuidas, is er bovendien terecht steeds meer aandacht voor wellbeing. Net als Mirjam de Blécourt, doet Denise Ozmis méér dan ‘alleen’ haar dagelijkse werk als advocaat. Zo participeert ze in het Legal Atlas for Street Youth project, dat focust op de rechten van zwerfkinderen, wereldwijd. Vorig jaar won ze de popular vote bij de verkiezing van de Best Young M&A Lawyer. Haar talent om mensen te verbinden en deals te closen wordt in de M&A-wereld alom geroemd. Voor ze bij Baker McKenzie neerstreek adviseerde ze bij AkzoNobel als in-house attorney over M&A-transacties en corporate governance.
‘Zuidas moet reflectie van maatschappij zijn’
In de pitch voor Best Young M&A Lawyer 2021 bewieroken collega’s Denise Ozmis onder andere om haar capaciteit mensen – óók van verschillende culturele achtergronden – te verbinden. Ze wordt vaak door jonge studenten uitgenodigd om over haar ervaringen als advocaat en over haar loopbaan te spreken. En dat doet ze vervolgens met verve, waarbij ze haar toehoorders meegeeft dat de Zuidas een reflectie van de maatschappij moet zijn. Precies zoals dat nu al geldt voor het diverse M&A-team van Baker McKenzie, dat onder leiding staat van partner Mohammed Almarini, zelf van Marokkaanse afkomst. Het team bestaat verder onder andere uit mensen met een Griekse, Antilliaanse, Chinese en Afghaanse achtergrond. De corporate sectie van Baker McKenzie Amsterdam bestaat sowieso voor de helft uit vrouwen.
Waar ze over vijf jaar wil staan? Geen greintje, geen seconde twijfel, ze zei het al eerder: “Dan wil ik partner zijn. In dit M&A-team. We hebben een geweldig team en als je doet wat je leuk vindt, is hard werken helemaal niet erg, dan is die adrenaline juist uitdagend.”
Hoe de loopbaan van Mirjam de Blécourt de komende vijf jaar vervolg krijgt: “ik vind het leuk wat ik doe, ons team aansturen, die wereldwijde deals op het gebied van arbeidsrecht afronden. Ik ben veel in Afrika, om daar met onze partners te werken. En dan is er natuurlijk nog mijn senatorschap. Ik zit al bijna drie jaar in de Eerste Kamer, maar het voelt alsof ik pas net in die politiek ben begonnen. Uitdagingen genoeg, bij Baker McKenzie en voor de VVD in de senaat!”