‘Wees ook niet bang om er gewoon mee te beginnen als je dat wilt’

Merel Zwankhuizen van HVG Law blikt terug op haar studiejaren in Leiden.

‘Eerstejaarsstudenten overspoelen Leiden’, kopt het Leidsch Dagblad op 11 augustus 2003. De EL CID – de introductiedagen van de Universiteit Leiden – is van start gegaan op deze zonnige maandag. De begeleiders zijn te herkennen aan hun blauwe blokjesbroeken. In het collegejaar 2003-2004 is ook Merel Zwankhuizen, partner en kandidaat-notaris bij HVG Law, begonnen aan haar studie Rechtsgeleerdheid (en later Notarieel recht) aan de Universiteit Leiden. In de rubriek Back To College vertelt zij meer over haar studie in de Sleutelstad.

Voor een keuze staan

‘’Ik was niet iemand die altijd al rechten wilde gaan studeren’’, benadrukt Zwankhuizen aan het begin van het gesprek. ‘’Eigenlijk wilde ik naar de kunstacademie. Naarmate ik daarover dacht, vond ik het toch wel lastig. Als je iets maakt, vind je het zelf mooi. Dat is toch wel subjectief. Wat vindt de ander ervan? Die gaat het beoordelen. Wat als de ander het niet mooi gaat vinden? Dat vond ik een lastig concept.’’

Vervolgens stond zij voor de keuze om te kiezen tussen politicologie óf rechten. ‘’Uiteindelijk is het rechten geworden, simpelweg omdat die studie aan leek te sluiten bij de vakken die me op de middelbare school goed lagen. Aan het eind van het eerste jaar kon je kiezen om verder te gaan met rechten, fiscaal recht of notarieel recht. Ik vond het vakkenpakket van Notarieel recht heel interessant. Je gaat het hele Burgerlijke Wetboek door. Ik speelde ook met de gedachte om eventueel voor de rechterlijke macht te gaan werken. Dat was dus totaal niet met de gedachte om notaris te worden. Uiteindelijk heb ik de gedachte om met de RAIO (de voormalige opleiding voor rechters en officieren van justitie) te beginnen laten varen.’’

‘’Ik kom zelf uit Amsterdam’’, vervolgt Zwankhuizen weer. ‘’Leiden voelde wel heel compact. Je staat bij een borrel en komt studiegenoten tegen bijvoorbeeld. Het voelt ook als een veilige kring – zeker in het begin was dat heel prettig. Dat maakt het ook makkelijk om ergens in te duiken. Ik had wel na zo’n drie jaar dat ik terug verlangde naar Amsterdam.’’

Waarom? Amsterdam is ook klein.

‘’Amsterdam is ook klein, maar voelt wel wat groter. Maar ik merkte dat ik er toch wel naar verlangde. Ik genoot van het studentenleven. Ik ging ook best vaak uit in Amsterdam. Ik merkte dat ik daar aan het eind van mijn studietijd vaker was.’’

Zwankhuizen vertelt dat het studeren haar makkelijk afging. ‘’Dat is natuurlijk fijn. Maar ik was wel op zoek naar een manier om dat zo makkelijk mogelijk te doen. Ja, ik miste weleens colleges’’, geeft zij lachend toe. ‘’Ik merkte wel gaandeweg dat – als je colleges en werkgroepen hebt gevolgd – het makkelijker was om je voor te bereiden op een tentamen. Dat probeerde ik gaandeweg meer te doen.’’

Rondreis

Nadat Merel Zwankhuizen op 21-jarige leeftijd was afgestudeerd, heeft zij een rondreis gemaakt door China. ‘’Ik had mijn afstudeergesprek met mijn scriptiebegeleider en op dezelfde dag zat ik nog in het vliegtuig. Ik was heel nieuwsgierig of ik in mijn eentje kon reizen in een land dat zo anders is dan wij zijn gewend. Ik dacht toen: laat ik het gewoon proberen. Zo steek ik ook in elkaar eerlijk gezegd: dát is leuk, misschien kan ik het wel. Ik ben niet recent in China geweest, maar toen ik ging was het land echt een andere wereld en cultuur.’’

Of zij daar de keus heeft gemaakt om te werken voor een groot advocaten- en notarissenkantoor? Dat is niet het geval geweest. ‘’Ik heb naast mijn ‘gewone’ nevenactiviteiten, een aantal bijbanen gehad. Ik heb bijvoorbeeld een jaar bij de juridische afdeling van een vakbond gewerkt. In mijn laatste jaar was ik studerend medewerker bij Allen & Overy. Omdat je langer bij een kantoor zit, leer je eigenlijk het kantoor beter kennen. Dát voelde voor mij goed. Ik had niet heel erg de behoefte om verder te kijken. Ik begrijp het goed overigens dat studenten vaak een afweging maken tussen kantoren.’’

Per toeval

Zwankhuizen vertelt hoe haar interesse in M&A is ontstaan. Die interesse is grotendeels ontstaan toen ik studerend medewerker was. ‘’Als je naar je opleiding kijkt, heb je bij notarieel recht wel ondernemingsrecht, maar het is niet ruim aanwezig. Het is redelijk abstract. Je hebt het bijvoorbeeld over vennootschappen, aandelen en governance. Als je dat in de collegebanken krijgt, dan kan je je er weinig bij voorstellen. Pas als je het tegenkomt, kom je erachter dat het bij je past.’’

‘’Voor mij is het steeds weer een puzzel, zeker binnen M&A’’, vervolgt zij weer. ‘’Partijen hebben bepaalde wensen. Past dat binnen de wet? Hoe gaan we ervoor zorgen dat het past? Dat maakt het elke keer leuk en uitdagend. Dat kan je niet zo uit de collegebanken meekrijgen. Ik denk juist dat door een kantoorbezoek of stage je interesse kan krijgen.’’

Zwankhuizen gebruikt nog steeds in haar werk een aantal lessen, die zij als student heeft geleerd. ‘’Ik denk twee dingen’’, antwoordt zij. ‘’Als je iets wilt, moet je het gewoon doen. Niet teveel afwachten, maar gewoon gáán. Dat is één van de lessen die ik heb geleerd. Een andere les is dat ik, omdat ik al een vol studentenleven had in een relatief korte periode, ook heb geleerd om goed te plannen. En een zekere discipline daarbij is natuurlijk wel prettig.’’

Maar de wereld van fusies en overnames kan best wispelturig zijn. Is het plannen dan niet contraproductief?

‘’Ik denk dat het een combinatie is: enerzijds planmatig, anderzijds moet je wel je flexibiliteit behouden. Je kan als student de komende twee weken volplannen. Als je begint met werken, kan dat niet altijd, maar wel in grote lijnen. Tijdens je werk is het nog steeds planmatig, maar dan soms op het uur. Wat heeft er op dit moment prioriteit?’’

Moment voor zelfreflectie

‘’Je kan op een gegeven moment een dipje krijgen’’, vertelt Merel Zwankhuizen op de vraag waar zij als young professional tegenaan is gelopen. ‘’Als je wilt, kan je jezelf in het begin helemaal in je werk onderdompelen. Dat is heerlijk. Je leercurve is ontzettend hoog en je werkt met allerlei jonge mensen. Het is een verlenging van je studententijd. Maar zo’n dipje zie je bijvoorbeeld na vier of vijf jaar.’’

Een dip als in?

‘’Een dip als in: vind ik het nog wel leuk? Is dit wat ik wil? Dat is niet erg. Ik denk dat het een beetje erbij hoort. Ik denk dat het een mooi moment is om na te denken over of je op het juiste pad zit. Ik denk dat je er best wel open over mag zijn, juist omdat wij het bij meerdere young professionals zien. Als je het niet bespreekt, dan weten wij ook niet wat er speelt.’’

Het komt binnen de advocatuur en het notariaat wel vaker voor dat bijvoorbeeld na vijf jaar medewerkers overstappen naar een ander kantoor.

‘’Het kan ook samenhangen met je leven ernaast, wat zich ontwikkelt. Ik moet zeggen dat ik na vijf jaar nog steeds best jong was. Maar ook ik had een dipje. Daarom heb ik toen een specialisatie opleiding ernaast gedaan. Dat gaf mij extra verdieping en heeft mij toen ook geholpen.’’

Ambivalent

Studenten ervaren heden ten dage meer druk om sneller af te studeren. In de jaren negentig was het gebruikelijk(er) om er langer over te doen. Zwankhuizen merkt deze ontwikkeling ook in haar praktijk. ‘’Ik merk het bijvoorbeeld als je stages inplant. Ik hoor het studenten ook zeggen: ‘Past deze stage wel? Want ik mag dit vak niet missen en ik moet op dat moment afstuderen’. Je merkt het in gesprekken met studenten. Dat zij zich echt zorgen kunnen maken’’, benadrukt zij weer.

Zwankhuizen vindt deze ontwikkeling niet positief noch negatief. ‘’Ik ben daar wat ambivalent in. Ik ben zelf vrij snel afgestudeerd op 21-jarige leeftijd. Ik vond dat helemaal prima, maar het was wel mijn eigen wens. Wat bij mij deels een rol speelde, was dat ik mijn studie zelf moest financieren. Om dan zes jaar te gaan studeren? Dat doe je dan minder snel. Bij mij kwam de druk – als je het zo mag noemen – uit mezelf.

Maar als het gevoel om snel af te studeren van buitenaf komt – dat vind ik een ander soort druk. Ik maak mij daar wel soms zorgen om. Dat is wel wat ik soms proef bij gesprekken: dat studenten zich zorgen maken, er nog niet klaar voor zijn en dat er best wel druk op hen ligt. Er kunnen daarnaast in je leven altijd dingen gebeuren – in elke levensfase – waardoor je er gewoon langer over doet. Maar ik vind in de basis dat je best wel uitgedaagd mag worden en ik vind dat de studententijd een tijd is, waarin je ontzettend veel vrijheid krijgt. Ik zou het jammer vinden als studenten dié tijd als een stressvolle periode ervaren.’’

Ruimte krijgen

Merel Zwankhuizen krijgt het volgende gedachtenexperiment voorgelegd. Een medewerker binnen haar praktijk – die net is begonnen – komt naar haar toe en vraagt om advies voor de komende jaren, die zich waarschijnlijk nog laten kenmerken door het coronavirus. Wat haar advies zou zijn? ‘’Zeker binnen het notariaat is er voldoende werk. Je zal je inhoudelijk kunnen blijven ontwikkelen. Maar het is op dit moment een ontzettend uitdagende tijd om te beginnen. Dus wat ik jonge medewerkers op dit moment ook adviseer: gebruik de middelen die je wel hebt. Dus ga dan met videocalls meer mensen leren kennen. Maak je zichtbaar en houd verbinding. Let daarnaast op jezelf. Het is een intense periode voor ons allemaal en je (mentale) gezondheid is enorm belangrijk. Neem voldoende breaks op een dag, ga de buitenlucht in en neem vrij, ook al kan je niet met vakantie naar het buitenland.’’

‘’Ik denk dat je jonge leven – ook als je ouder bent trouwens – draait om sociale contacten’’, vervolgt zij weer. ‘’Die heb je nu minder. Ik kan mij voorstellen dat je, als corona hopelijk voorbij is, daar ook ruimte aan wilt geven. Je werktijd kan ook het verlengde zijn van je studententijd, je sociale ontwikkeling stopt niet als je begint met werken. Wees daar niet bang voor. En als de coronapandemie daar weer ruimte voor laat, neem die ruimte dan de ook. Ik denk dat dit een verantwoordelijkheid is die we met zijn allen dragen.’’

Zwankhuizen sluit af met het volgende advies. ‘’Het is juist zo bij een groot kantoor zoals HVG Law dat je met veel jonge mensen gaat werken. Dat is fantastisch. Wees ook niet bang om er gewoon mee te beginnen als je dat wilt. En als je het niet leuk vindt, kan je wat anders gaan doen. Je bent immers nog jong. Als je na een paar jaar erachter komt dat het niet iets voor jou is, is dat niet het einde van de wereld.’’

Gerelateerde artikelen