Koos Beke (PwC): ‘Goede waardering cruciaal voor welslagen WHOA’

WHOA kan in nood verkerende ondernemingen helpen om een faillissement af te wenden.

Zoals verwacht is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) is op 6 oktober goedgekeurd door de Eerste Kamer. Dat betekent dat de WHOA binnenkort – waarschijnlijk uiterlijk 1 januari 2021 – van kracht wordt. Een eerlijke wet, zegt Koos Beke,  Director Business Restructuring Services van accountants- en adviesbureau PwC: “Minder onnodige faillissementen, een mogelijkheid om het verdienpotentieel van ondernemingen in nood te verbeteren en een betere verdeling van de lusten en lasten.”

Invoering van de WHOA betekent dat een onderneming die veel schulden heeft maar levensvatbaar is haar schuldeisers een crediteurenakkoord kan aanbieden, en voorstellen de betalingstermijn op te rekken of zelfs om de vorderingen slechts gedeeltelijk of helemaal niet te betalen. In dat laatste geval worden de resterende vorderingen kwijtgescholden en kan de onderneming een faillissement afwenden. Nu kan dat niet aangezien alle schuldeisers met een voorstel voor een akkoord moeten instemmen. Als er één schuldeiser dwars ligt, leidt dit vaak toch nog tot het faillissement van de schuldenaar. 

Onder de WHOA worden de schuldeisers en eventuele aandeelhouders in klassen ingedeeld (waarbij eenzelfde volgorde van schuldeisers worden aangehouden als nu; gezekerde crediteuren staan dus nog steeds vooraan in de rij, maar wel enkel voor wat ze zouden ontvangen in een faillissement). Elke klasse krijgt een voorstel waarover gestemd moet worden. In de WHOA is vastgelegd dat alle schuldeisers minimaal dezelfde vergoeding aangeboden moeten krijgen als de vergoeding die ze zouden ontvangen bij een faillissement. Als een ruime meerderheid, die tenminste twee derde van de schuldenlast vertegenwoordigt (of twee derde van het aandelenkapitaal), binnen één klasse instemt, is het voorstel aangenomen. 

Kortom: de WHOA regelt dat ondernemingen in moeilijkheden snel afspraken kunnen maken met hun schuldeisers om zo faillissement te voorkomen, het onderhandse akkoord. Met dit onderhandse akkoord kan de ondernemer de rechter daarna vragen het plan te 'homologeren', dat wil zeggen goedkeuren en bindend verklaren voor alle betrokken partijen. Dus ook die ene dwarsliggende schuldeiser wordt dan gedwongen om mee te gaan in het akkoord. Waarna de onderneming kan beginnen met een herstructurering, bijvoorbeeld door schulden om te ruilen voor aandelen of door nieuwe investeerders aan te trekken – en de onderneming dus alsnog te verkopen. 

Alom enthousiasme
Deskundigen zijn in het algemeen zeer enthousiast over de WHOA, zo blijkt ook uit een enquête van accountants- en adviesbureau PwC onder tachtig herstructureringsprofessionals: 87% verwacht dat herstructureringen in de toekomst beter zullen lopen. 

Precies de reden waarom ook Koos Beke, Director Business Restructuring Services van PwC, te spreken is over de WHOA: "Ik verwacht dat er minder faillissementen zullen plaatsvinden en meer herstructureringen. Er zal hierdoor meer waarde worden behouden binnen de Nederlandse economie." Dat niet alleen, de lusten en lasten zullen ook eerlijker worden verdeeld: "Straks behoort de situatie waarin één kleine schuldeiser dwarsligt in de hoop dat andere crediteuren hem wel zullen uitkopen tot het verleden." 

Ook juicht hij toe dat het door de nieuwe wet makkelijker wordt voor ondernemingen in nood om nieuwe financiers aan te trekken. "Bijvoorbeeld om een herstructurering door te voeren waarbij het personeel dat moet afvloeien een goede vertrekregeling krijgt." Anders dan nu nog wel eens gebeurt, met andere woorden, omdat de ondernemer geen andere mogelijkheid ziet dan om een faillissement aan te vragen of in een enkel geval zelfs willens en wetens een 'flitsfaillissement' doorvoert om personeel te lozen en zich te onttrekken aan allerlei verplichtingen."

Ingebouwde waarborgen
Tegelijkertijd zitten in de WHOA diverse waarborgen in gebouwd om te voorkomen dat schuldeisers worden gedupeerd, aldus Beke. Zo kan er straks een 'observator', door de rechtbank worden benoemd om te kijken of alle regels worden gevolgd, die de belangen van alle crediteuren in de gaten houdt en de rechtbank informeert. Ook kan de rechtbank een herstructureringsdeskundige benoemen (vaak op voordracht van de ondernemer). Hij schrijft samen met de belangrijkste partijen – behalve de ondernemer, zullen dit waarschijnlijk de banken en investeerders zijn – het herstructureringsplan. "Anders dan een curator, die als taak heeft de opbrengst uit de boedel voor de crediteuren te maximaliseren, heeft de herstructureringsdeskundige als belangrijkste opdracht om alle partijen bij elkaar brengen en draagvlak creëren voor de herstructurering. Niet eenvoudig, aangezien de belangen nogal eens uiteenlopen en de visies op het toekomstpotentieel van de onderneming verschillen." 

De basis van elke succesvolle herstructurering onder de WHOA is een goede waardering, zowel voor de direct bij de onderneming betrokken partijen om eventuele meningsverschillen te overbruggen als voor de rechter die het herstructureringsplan moet toetsen als voor eventuele nieuwe investeerders. Een 'single version of the truth' is straks cruciaal voor het welslagen van de WHOA, aldus Beke: "Wat is het verdienpotentieel van de onderneming na een herstructurering? En wat is het verschil met de liquidatiewaarde waar de schuldeisers in geval van een faillissement rekening mee moeten houden?" In de whitepaper Valuation under the WHOA van PwC worden deze waarderingsvraagstukken nader behandeld.

WHITEPAPER
Download hier de whitepaper Valuation under the WHOA van PwC

Gerelateerde artikelen