Jones Day-partner Mike Jansen onder de vleugels van Washington 

Na eenentwintig trouwe dienstjaren liet Mike Jansen afgelopen zomer het veilige juristennest van Baker & McKenzie achter zich. Relatieve nieuwkomer Jones Day wist hem te verleiden. Washington heeft hem scherp in het vizier: de partner aldaar is perfect op de hoogte.

De invasie van de Angelsaksen heeft met Jones Day een volgende episode gekregen. Het woord start-up neemt Jansen nog net niet in de mond, maar het in Cleveland opgerichte moederbedrijf moest het vooral hebben van naam en faam in eigen land. De expansiedrift van het grootste advocatenconcern in de VS maakte een flitsende pitstop in Nederland. Versterkingen werden ingelijfd van directe concurrenten. “From scratch”, zo klinkt het van de voormalige Baker & McKenzie topman over de situatie in 2013. Het aanzienlijke percentage aan grote ondernemingen trok de Amerikanen over de streep. Niet geheel onbelangrijk was ook het argument dat veel hoofdkantoren van multinationals in Nederland huizen. 

Netwerk bouwen in Nederland

Jansen, gespecialiseerd in ondernemingsrecht en fusies en overnames, adviseert cliënten in de vorm van raden van bestuur en commissarissen over hun positie binnen ondernemingen. Daar heeft hij nog altijd veel plezier in. Het woord ‘leuk’ neemt de doorgewinterde dealmaker regelmatig in de mond. Als missie de grootste worden in Nederland, zowel in omvang van organisatie als totale transactiewaarde? We gaan te snel. Prioriteit is om eerst het netwerk in Nederland wat meer gestalte te geven.  

Vorig jaar verkondigde de topadvocaat – “dat zeggen anderen dan over jou” – nog vol trots hoe sterk Baker & McKenzie er toen voor stond. In een vraaggesprek met AvdR noemde hij de entree van het kantoor op de Zuidas niet erg uitnodigend, maar twee maanden later stond hij zelf buiten het imposante hekwerk. Moest Jansen zo nodig weg? Een jaar eerder sprak Jansen in Elsevier de ambitie uit flink te willen groeien met het werk van fusies en overnames. Valt er bij Jones Day soms nóg meer prestige te halen? De hoofdpersoon in kwestie houdt zich op de vlakte. Zijn ervaring binnen een internationale setting en bestuurlijke achtergrond gelden als redenen voor het aannemen van de nieuwe uitdaging. Plausibel, want Jansen kan bogen op ruime praktijkkennis als managing partner en voorzitter in twee periodes (2007-2010 en 2013-2015). Dat Baker & McKenzie verhaal is inmiddels uit. Jones Day heeft de big fish binnengehengeld.

Verschil Baker & McKenzie en Jones Day

Wat is nu werkelijk het verschil tussen beide kantoren? Qua naam doet Jones Day in Amsterdam wellicht een beetje onder voor Jansen’s vorige werkgever, maar eerstgenoemde heeft de afgelopen drieënhalf jaar flink aan de weg getimmerd. Daarbij komt dat de internationale advocatenhuizen op de Zuidas steeds meer overnamewerk verrichten. Kortom, waar veel arbeid wacht, klinkt de roep om stevige concurrentie luider. Toch werpt de vraag zich op: Is het geen peanuts hier met de grote jongens mee te doen als zo’n moloch pal achter je staat? Stellig: “Het blijft een lastige klus, maar je moet het wel gewoon doen.” Gesteund door de eerste (positieve) reacties vanuit de markt mag de overnameadvocaat zijn aanmoedigende woorden waar gaan maken.   

Steun heeft hij vanaf het begin al gevoeld. Jansen roemt de gemoedelijke sfeer. Een wereld van verschil met andere advocatenkantoren. Het is een combinatie van kwaliteit van het hoogste niveau en volledige focus op het belang van de cliënten. Volgens Jansen is Jones Day een organisatie waar weinig ruimte is voor afleiding. Omdat het kantoor centraal wordt aangestuurd vanuit Washington, hoeven partners zich niet om randzaken te bekommeren. Introduceren is key. Hij heeft wel met zo’n dertig partner gesprekken gevoerd. Ook vloog Jansen afgelopen voorjaar naar Washington om te babbelen met de hoogste baas. Die is perfect op de hoogte. Nederlandse corporates moeten meer naar de VS komen om transacties af te sluiten, en omgekeerd ook. 

Corporate finance een brug te ver

En over de rol van advocaten? Die schuift steeds meer op naar M&A advisory. “Je gaat strategischer organiseren, breder kijken en er wordt zelfs gevraagd of je contacten hebt bij corporate financehuizen.” Maar corporate finance? Dat is een brug te ver. Over het tot dusver matige jaar 2016 zegt Jansen dat flink wat deals op het vinkentouw zitten. Met jeugdige frisheid beweert hij decisief dat we niet zo moeten doemdenken. Transacties worden vroeg of later toch wel gesloten. En familiebedrijven bijvoorbeeld draaien het hele jaar door, terwijl die niet eens altijd mee worden genomen in de bepaalde rankings.  

Een rising star als Jones Day wil natuurlijk vermijden dat het slechts nietszeggende deals begeleidt. Het gaat om aansprekende merknamen, zeer complexe dealprocessen en keiharde pecunia. En dus ook om geloofwaardigheid. Toch durft Jansen middelgrote ondernemingen een kans te geven. Een one-off van vijf miljoen komt daarvoor niet in aanmerking. Acht van zulke kleine tot middelgrote transacties per jaar maken de zaak al anders. Echte Hollandse corporates moeten deel uit gaan maken van het portfolio. “Om hier een ferme voet tussen de deur te krijgen.” Met Jansens intrede heeft Jones Day dat voor een groot deel al in de schoot geworpen gekregen. De overige delen van de netwerkpuzzel hoopt hij te creëren met behulp van buitenlandse managing partners uit New York en Londen. Schwung en een Nederlands sausje moeten nog worden toegevoegd aan het “leuke en enthousiaste” team. Met de belofte dat we volgend jaar terug komen. 
 

Gerelateerde artikelen