Terugkijken en vooruitkijken: waar zou de groei in 2024 kunnen zitten?
Door Killian McCarthy en Martijn Moerkerk
In 2023 bereikten de dealaantallen en -waarden in Nederland het laagste punt in vijf jaar. Hoge rentetarieven en een slechte economie waren voor een groot deel de daders. De data duiden erop dat de economie zich in 2024 zou kunnen stabiliseren. Als dat zo is, waar zal de dealgroei dan zijn?
Economisch gezien was 2023 een jaar om snel te vergeten.
In het eerste en tweede kwartaal kromp de economie met 0,5 en 0,4 procent, en in het derde kwartaal met 0,2 procent (figuur 1). De rentetarieven en de handel daalde en zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde kwam het sluiten van deals daarom onder druk te staan.
Figuur 1 – Nederlandse BBP groei
Figuur 2 illustreert het aantal volledige overnames (primaire as) en de waarde van deze deals (secundaire as), waarbij Nederlandse overnemers betrokken zijn, in de periode 1 januari 2019 tot 1 december 2023. Hieruit blijkt dat het sluiten van deals, naar alle maatstaven, neerkomt op een vijfjaars-dieptepunt. De zaken staan er slechter voor dan in Covid-tijd.
Figuur 2 – Nederlandse deals
Het goede nieuws is dat de recessie lijkt te vertragen: het BBP kromp in het eerste kwartaal met -0,5 procent, maar in het derde kwartaal met slechts met -0,2 procent. De inflatie komt langzaam onder controle en de verwachting is dat de rente niet zal stijgen. Dus hopelijk ligt het ergste achter ons.
Naarmate de situatie zich stabiliseert, verwachten wij dat er sprake zal zijn van een terugkeer naar groei. Maar waar zal die groei zichtbaar zijn? Om deze vraag te beantwoorden hebben we de ‘economie bèta’ berekend, die de relatieve gevoeligheid van de productie van verschillende industriële sectoren voor veranderingen in het totale BBP laat zien, op basis van een regressieanalyse van kwartaalgegevens uit de nationale accounts. Figuren 3 en 4 geven het resultaat weer.
Figuur 3 – Economische bèta – deel 1
Figuur 4 – Economische bèta – deel 2
Figuren 3 en 4 geven voor elk van de Nederlandse bedrijfstakken de economische bèta weer, waarbij gebruik wordt gemaakt van branchedefinities van de OESO. Een hogere bèta betekent dat de sector gevoeliger is voor economische veranderingen: in slechte tijden zullen deze industrieën sneller vertragen, en in goede tijden zullen ze sneller floreren. Tabel 1 rangschikt de bèta’s per sector. Het suggereert bijvoorbeeld dat de maakindustrie bijna vier keer gevoeliger is voor de economie dan de health sector.
Tabel 1 – Rangschikking van economische bèta
Dus wat betekent dit? Simpel gezegd vertelt de economische bèta ons welke bedrijfstakken waarschijnlijk zullen groeien als de groei in 2024 terugkeert naar Nederland. Uit onze analyse blijkt dat in Nederland de productie-, groothandel- en detailhandels-, informatie- en communicatie-industrieën het meest gevoelig zijn. Dus wanneer de economie zich herstelt, verwachten we dat het aantal deals en de waarden van deals in deze sectoren het snelst zullen groeien.
Natuurlijk is de toekomst onkenbaar. Uit onze analyse blijkt, terugkijkend, welke bedrijfstakken in Nederland de economie het nauwst volgen. Als de economie terugkeert naar groei, suggereert onze analyse dat de bloei in deze sectoren zal beginnen. Voor zowel adviseurs als consultants is ons advies daarom om jezelf vertrouwd te maken met deze sectoren!
Dr. Killian J. McCarthy is hoogleraar Strategie aan de Radboud Universiteit
Martijn Moerkerk is partner strategie bij Boer & Croon en strategisch adviseur