Wat betekent de klimaatzaak tegen Shell voor financiële stakeholders?
Op 26 mei 2021 won Milieudefensie de klimaatzaak tegen Shell. De olie- en gasgigant moet zijn CO2-uitstoot eind 2030 terugbrengen tot netto 45% ten opzichte van het niveau van 2019. Het werd breaking news over de hele wereld.
“Minstens zo belangrijk als de uitspraak zelf is wat de rechter zei", begon Donald Pols, Executive Director Milieudefensie, in een door Milieudefensie georganiseerde webinar. “Namelijk dat klimaatverandering ernstige risico's meebrengt voor mensenrechten, zoals het recht op leven, en dat Shell deze mensenrechten moet respecteren.”
Pols is de juichende man op de foto die viral ging na de uitspraak. De impact van dit moment kan niet onderschat worden. “We zijn een power factor geworden", stelde hij. “De impact van 45% minder uitstoot door Shell is vijf keer zoveel als de hele Nederlandse economie bij elkaar. Dat zijn resultaten om aan je kleinkinderen te vertellen.”
Aan de tafel zaten ook Roger Cox, de advocaat van Milieudefensie die eerder ook de Urgenda-zaak tegen de Nederlandse overheid won en in 2021 op Time's ‘100 Most Influential People'-lijst werd gezet, Mark van Baal, de directeur van Follow This – een groep verenigde aandeelhouders die oliebedrijven willen dwingen tot verandering, en Andres van der Linden, Responsible Investment Advisor bij PGGM Investments.
Allen zijn op hun eigen manier bezig met (olie)bedrijven hun strategie te laten veranderen om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen. “Oliebedrijven gaan zelf geen doelen stellen in lijn met het Parijs-akkoord", zei Van Baal. “Daarom maken wij als activistische aandeelhouders zichtbaar dat meer en meer investeerders verandering willen. De klimaatcrisis is een zeer urgent probleem en we hebben maximale inspanning nodig van alle stakeholders. Vooral aandeelhouders zijn belangrijk omdat zij bedrijven zover kunnen krijgen dat ze gaan veranderen. En gelukkig spreken steeds meer aandeelhouders zich uit tegen het bestuur. Daar is moed voor nodig, want stemmen is openbaar, en die aandeelhouders krijgen vaak dezelfde avond nog een telefoontje waarin ze duidelijk wordt gemaakt dat dit niet goed is voor de relatie.”
Dat verandering op komst is ziet ook Andres van der Linden van pensioenreus PGGM. “Ik wacht al mijn hele carrière op dit buigpunt. Wij voelen de druk van onze investeerders en pensioenhouders en reageren op hun wensen”, vertelde hij.
Een nieuw precedent
“Na de overwinning op Shell, bleef het oliebedrijf lange tijd stil, waarom was dat?”, vroeg gastvrouw Sandra Rottenberg zich af. Volgens advocaat Roger Cox is dit normaal. “Je gaat na zo'n zaak als bestuur evalueren en besluiten of je wel of niet in hoger beroep gaat en op welke gronden. Ook denk ik dat Shell verrast was door de uitspraak. Ze zijn gewend om altijd te winnen in de rechtszaal.”
Rottenberg: “Heeft Shell niet een scenario-afdeling hiervoor?”
Cox: “Zeker, een hele goede. In de jaren 90’ hebben ze al een scenario ontwikkeld waarin dit soort rechtszaken wijdverspreid zou worden nadat er vaker klimaatgerelateerde natuurrampen zouden voorkomen.”
Maar toch werd Shell verrast. Volgens Pols omdat Shell een zeer invloedrijke politieke speler is. “Veel hoge ambtenaren komen bij Shell vandaan of gaan naar Shell na hun politieke carrière. Shell is geen onderwerp van beleid, maar een beleidsmaker. Ze vielen lange tijd buiten alle regulering. Deze uitspraak heeft het level playing field veranderd.”
Cox: “Een nieuw precedent is met deze zaak geschapen, namelijk dat systemische spelers – overheden, bedrijven – de juridische verplichting hebben om het systeem te veranderen. Lange tijd hebben ze de verantwoordelijkheid bij de burgers gelegd – ‘als zij andere keuzes maken veranderen wij mee’ – maar die valkuil trappen we niet meer in.”
Donald Pols
Pols: “De zaak staat bekend als ‘Milieudefensie Versus Shell', maar moet eigenlijk ‘The People Versus Shell’ heten. Met de zaak is aangetoond dat het met publieke druk mogelijk is om grote, voorheen onaantastbare bedrijven aan te pakken en ze te dwingen om eindelijk het klimaatprobleem op te gaan lossen.”
Impact op de financiële wereld
Na de Shell-uitspraak deed de Financial Times een onderzoek onder de Big Four accountancy-organisaties over de verwachte impact, en allemaal erkende ze dat die aanzienlijk zou zijn. Het risico dat het businessmodel van fossiele bedrijven niet houdbaar meer is, zou voor veel sectoren aanleiding zijn om hun verantwoordelijkheid in het tegengaan van klimaatverandering opnieuw tegen het licht te houden. Ook is er nog veel meer behoefte ontstaan bij de financiële stakeholders naar transparantie over de CO2-emmisies van bedrijven.
Cox verwacht dat de zaak nakomelingen gaat krijgen, ook in andere industrieën, zoals de automotive en de financiële sector. ING, de grootste Nederlandse investeerder in fossiele bedrijven zou kanshebber zijn, zo werd er gehint. “Ieder bedrijf heeft een best effort verplichting, en zal zich moeten kunnen verantwoorden in de rechtsbank", aldus de advocaat. “Er is steeds meer wetenschappelijk bewijs beschikbaar dat te gebruiken is in deze zaken. Ook zijn er veel advocaten die staan te popelen om een dergelijke zaak aan te gaan.”
“Bestuurders zouden moeten zeggen: ‘als we niet nu drastisch onze strategie veranderen, maken we ons schuldig aan de grootste mensenrechtenschending ooit.”
De belangrijkste verandering onder investeerders, stelde Mark van Baal, is dat zij niet langer alleen kijken naar wat er goed is voor individuele bedrijven, maar naar wat er goed is voor hun hele portfolio. “De technologie is er, dus bedrijven hoeven er alleen maar in te investeren. De Raad van Bestuur is vaak nog de enige partij die in de weg staat. Bedrijven als Shell hebben hen lang kunnen verleiden – met fantastische dividenden – om niet verder dan het volgende kwartaal te kijken. Ze realiseren zich nu dat bedrijven hun net zo goed nodig hebben en dat ze actie kunnen afdwingen. Bedrijven behandelen het klimaatprobleem nog steeds als vervelend taakje, in plaats van als een opportunity om een ‘force for good’ te zijn.”
PGGM kiest voor nu voor een engagement strategie. “We kijken of bedrijven de potentie hebben om binnen de Parijs-afspraken te blijven", legde Andres van der Linden uit. “En daar investeren we in. Decarbonisering is de enige weg vooruit en we gebruiken ons stemrecht om bedrijven die kant op te dwingen.” Van der Linden gaf ook aan meer ingrijpende maatregelen niet te schuwen, zoals stemmen tegen het bestuur of zelfs te desinvesteren in een bedrijf, zoals PGGM al doet bij bedrijven actief in kolen en teerzanden. Maar de voorkeur ligt bij het houden van een belang, zodat de pensioenreus invloed uit kan blijven oefenen op de koers van zijn portfoliobedrijven.
Uit de comfortzone stappen
Er waait duidelijk een andere wind door investeerdersland, maar veel Raden van Bestuur stribbelen tegen. “Hun reactie is hetzelfde als altijd", aldus Cox. “Ze zeggen dat ze genoeg doen en de uitspraak zullen opvolgen. Tegelijkertijd zeggen ze dat ze hun strategie niet gaan aanpassen. En de uitspraak volgen en tegelijkertijd hun strategie niet veranderen is onmogelijk.”
Roger Cox
Ook Van der Linden moest helaas erkennen dat bedrijven niet noodzakelijk meer open zijn gaan staan voor dialoog over deze transitie. “Het is een antagonistisch proces waarin je bedrijven dwingt tot verandering. We willen liever niet dat ze het doen uit angst voor litigatie, maar vanuit intrinsieke motivatie. Dus doen we een beroep op bestuurders: ‘investeerders vereisen dat je verandert, de samenleving vereist dat je je aanpast.”
“De oliebedrijven zijn meesters in het sturen van het publieke debat", stelde Mark van Baal. “Eerst hebben ze decennialang twijfel lopen zaaien over of klimaatverandering echt is. Hun nieuwe strategie is de pijlen te richten op 2050. Ondertussen gaan ze meer uitstoten en zijn ze nog steeds op zoek naar nieuwe olie en gasbronnen. Hoe kan dat als je nog maar een paar jaar de tijd hebt? Ze willen zich geleidelijk aanpassen, maar daar is helemaal geen ruimte meer voor. Ik zeg dan altijd tegen bestuurders: ‘dan had je in de jaren 80’ al moeten beginnen'. Toen was het klimaatprobleem al bekend.”
“In plaats van te vechten tegen het gerechtelijk bevel, zoals Shell nu doet, zouden bestuursleden het moeten gebruiken als een instrument om snel te veranderen", redeneerde Cox. “Je kunt hiermee naar je aandeelhouders stappen en zeggen; ‘als we niet nu drastisch onze strategie veranderen, maken we ons schuldig aan de grootste mensenrechtenschending ooit’. Wanneer je als systemische speler nu geen actie onderneemt, zul je hier onderdeel van zijn. Mensen houden niet van radicale veranderingen en het wordt dus een hele oncomfortabele tijd voor bestuurders. Als je je op dit moment comfortabel voelt als bestuurder, vergeet het dan maar. Dan ben je niet de man of vrouw om deze transitie te leiden.”
De enige weg vooruit…
Milieudefensie werkt momenteel aan het voorbereiden van het hoger beroep van Shell. Ook komen er nieuwe zaken, kondigde de directeur van Milieudefensie aan. “De urgentie kan niet genoeg benadrukt worden", stelde Cox. “Overheden hebben nog een jaar om beleid in te stellen anders is er niet genoeg tijd meer om het te implementeren en de Parijsdoelen te halen.”
Zoals gezegd zullen er ook nieuwe zaken volgen, maar het is onmogelijk om ieder bedrijf aan te pakken. Cox zijn hoop is dat de rechtbanken zich zullen realiseren dat de gevolgen van klimaatverandering zo verschrikkelijk zijn, dat ze deze zaken als mensenrechtenissues zullen aanpakken en berechten.
De succesvolle klimaatadvocaat eindigde het debat met een waarschuwing. “In 2030, wanneer de schade door klimaatverandering nog vele malen erger is dan nu, zullen rechters niet meer zo welwillend staan tegenover bedrijven en bestuursleden, die nu niet volop hebben ingezet op de transitie", besloot hij. “Deze bestuurders zullen willens en wetens hebben bijgedragen aan het creëren van ravage in de wereld, en zullen ook zo beoordeeld worden…”