‘Carve-out of fusie is kans om IT naar een hoger plan te tillen’

Na een transactie is het opnieuw inrichten van de IT een van de eerste grote projecten. Door de complexiteit en de tijdsdruk hebben veel bedrijven hier een flinke dobber aan. Tegelijk is dit ook het uitgelezen moment om afscheid te nemen van oude systemen en de stap te zetten naar de cloud. Door de IT zo naar een hoger niveau te tillen kunnen bedrijven een uitdaging omzetten in een kans om waarde te creëren, zeggen Paul Vos en Peter van Haaften van HSO.

HSO is een van de leidende aanbieders van bedrijfsapplicaties op basis van Microsoft-technologie. Denk daarbij aan ERP- en CRM-systemen, maar ook aan datawarehouse-oplossingen en virtuele werkplekken. Het merendeel van de klanten van HSO zijn partijen die hun IT-processen willen optimaliseren. Steeds vaker heeft HSO echter ook klanten die net uit een transactieproces komen. Omdat deze bedrijven de banden gaan doorknippen met hun vroegere moeder, een carve-out, of juist samengaan met een nieuwe partner, moeten ze voor hun IT een groot transformatieproces door. Daar begeleidt HSO ze bij.

TSA, het zwaard van Damocles
Vaak zijn de IT-processen centraal ingericht. Dat betekent dat een carve-out complex is en veel tijd vergt. Om de transitie te overbruggen spreken de partijen daarom vaak een Transitional Service Agreement (TSA) af. Hierin zijn de afspraken vastgelegd die gelden voor het gebruik van de IT van het voormalige moederbedrijf door de afgesplitste onderneming.

HSO komt over het algemeen net voor het begin van de looptijd van de TSA binnen, vertelt Van Haaften. Op dat moment staat er meteen veel druk op het project. “Je hebt een bepaalde periode waarin je de ontvlechting moet realiseren. Ze moeten het moederbedrijf een fors bedrag per maand betalen en op het moment dat de TSA afloopt moeten ze weg zijn omdat er dan hele zware boetes gelden. Het is een proces onder hoge druk waarbij de TSA als een zwaard van Damocles boven het traject hangt.”

Netwerk aan partners
In het proces van de carve-out komen Van Haaften en Vos veel hobbels tegen. Die hebben allereerst te maken met de technologie. Dan gaat het natuurlijk om het verhuizen van systemen of deze opnieuw bouwen, maar ook het managen van alle stakeholders. Van Haaften: “Businessapplicaties moeten gemigreerd worden. Dan krijg je te maken met een heel netwerk aan partners die allemaal dingen moeten doen en die je op korte termijn mee moet krijgen. Die moet je allemaal op een lijn krijgen zodat de einddatum wordt gehaald. Wij treden dan op als een single point of contact voor alle praktische zaken die geregeld moeten worden.”

De relatie met de oude moeder kan ingewikkeld zijn, vertelt Vos. “Soms heb je te maken met een moederbedrijf dat niet meer zo veel wil delen met het verkochte onderdeel. Daar zit dan veel politiek en afstemming in. De druk en de politieke complexiteit maken dat dit heel specifieke situaties zijn. Wij zijn inmiddels erg bedreven geworden in het uit naam van de klant managen van dat soort processen.”

Van nood een deugd maken
Vaak is de IT verouderd. Daardoor lopen bedrijven kansen mis om datagedreven te werken en sneller te innoveren. Bedrijven kunnen van de nood die ontstaat door de TSA echter een deugd maken door het moment aan te grijpen om de stap naar de cloud te zetten. “Met de cloud kun je leunen op innovaties die bedrijven zoals Microsoft in hun platform leggen. Dat stelt je in staat om zelf innovaties in producten en diensten door te voeren. IT kan dan echt een asset zijn”, legt Vos uit.

Waardevermeerdering
Voor veel bedrijven die worden verkocht is het daarbij de bedoeling dat ze op eigen benen een groeiversnelling gaan maken in de markten waar ze zich op richten, gaat hij verder. De schaalbaarheid die het werken in de cloud biedt is daarvoor ook een belangrijke voorwaarde. “Op het moment dat een organisatie oud spul in gebruik heeft, staat dat ook slecht. Dat helpt enorm met het groeiperspectief. Als het state-of-the-art is helpt dat mee in de waardevermeerdering.”

Businessapplicaties een pijnlijk onderwerp
Naast carve-outs, wordt HSO ook betrokken bij situaties waarin twee partijen samengaan. Het kan dan gaan om gelijkwaardige fusies, maar ook om overnames. Bij fusies moeten de IT-infrastructuur en de zakelijke applicaties die bedrijven gebruiken worden vervlochten in één omgeving.

Een belangrijke vraag is dan welke van de twee partijen zijn eigen omgeving, al dan niet in de cloud, opgeeft en verder gaat onder de omgeving van de ander, legt Van Haaften uit. “Het meest lastig zijn de bussinessapplicaties, zoals SAP of Microsoft Dynamics. De generieke zaken zoals infrastructuur, veiligheid en workplaces zijn als water uit de kraan. De pijnlijke onderwerpen zijn het ERP-systeem, of de CRM-applicatie. Daar zit altijd veel meer emotie achter. Mensen hebben in het verleden bepaalde keuzes gemaakt en willen die niet zomaar opgeven. Wij zien daar vaak een stuk integratiecomplexiteit ontstaan.”

Overnames kunnen ingewikkeld zijn als de kleinere partij wat betreft de IT meer volwassen is dan de grotere partij. “Dan krijg je de situatie dat zij voor een aantal jaar genoegen moeten nemen met een veel lager niveau van de IT dan daarvoor. Dat leidt vrijwel altijd tot veel frustratie en onvrede en het vertrek van allerlei mensen.”

De hele transformatie
De technologie, change management, stakeholder management, bij IT-transformaties na een transactie komen uiteenlopende aspecten kijken. Dat vraagt veel van een partij die dit begeleidt, concludeert Van Haaften. “Het is niet alleen het oppakken van de spullenboel, maar juist het toepassen van nieuwe mogelijkheden en nieuwe slagkracht.  Wij kunnen de volledige transformatie uitvoeren. Daarmee ontzorgen we de klant voor een groot deel. Dit is een belangrijke reden waarom we deze deals vaak winnen.”

Dit artikel wordt u aangeboden door: 

Lees hier ook het whitepaper over 'IT is bepalend voor een succesvolle fusie of overname' van HSO