Helft van de familiebedrijven heeft geen dividendbeleid

Slechts 46 procent van de grote Nederlandse familiebedrijven beschikt over een dividendbeleid. Dat blijkt uit onderzoek van Nyenrode Business Universiteit, RSM en Van Lanschot Kempen onder 130 familiebedrijven. Daarmee laat een meerderheid (54%) van de familiebedrijven kansen liggen op het gebied van transparantie, continuïteit en harmonie binnen de familie. Het ontbreken van heldere afspraken wijst volgens de onderzoekers op een duidelijke behoefte aan verdere professionalisering binnen de governance van familiebedrijven.
Gebrek aan structuur vergroot risico’s
Familiebedrijven met meerdere eigenaren hebben vaker een dividendbeleid (51%) dan ondernemingen met slechts 1 eigenaar (30%). Toch wordt bij meer dan de helft van de bedrijven nog steeds zonder vaste regels besloten over een dividenduitkering. Bijna de helft (45%) van de bedrijven met dividendbeleid baseert uitkeringen op een vast percentage van de winst, tegenover slechts 6 procent van de bedrijven zonder beleid.
“Het ontbreken van een dividendbeleid kan leiden tot onduidelijkheid, teleurstellingen en zelfs conflicten,” zegt prof. dr. Marta Berent-Braun, Van Lanschot Kempen-hoogleraar Familiebedrijven en Eigendomsdynamiek bij Nyenrode. “Professionalisering is noodzakelijk om de continuïteit van het bedrijf én de harmonie binnen de familie te waarborgen.”
Investeringsbelang boven familiebelang
Bijna 9 op de 10 familiebedrijven (88%) stellen investeringsbehoeften van het bedrijf boven de persoonlijke inkomsten van de eigenaren. Slechts 3 procent is niet bereid dividend te verlagen om toekomstige investeringen mogelijk te maken. Dit onderstreept de langetermijnvisie van familiebedrijven.
“Familiebedrijven denken niet in kwartaalcijfers, maar in generaties,” stelt prof. dr. Roberto Flören, RSM-hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht bij Nyenrode. “Ze beschikken over geduldig kapitaal en kiezen voor de lange termijn, zelfs als dat betekent dat de familie tijdelijk minder ontvangt.”
Dividend vaak uitgekeerd
81 procent van de familiebedrijven keerde in de afgelopen 3 jaar minimaal 1 keer dividend uit, 45 procent zelfs alle drie de jaren. Belangrijkste drijfveren zijn het vermogen buiten de risicosfeer van het bedrijf brengen (58%) en fiscale overwegingen (46%). Bedrijven met meerdere eigenaren noemen vaker de verplichting naar aandeelhouders (37% vs. 12% bij één eigenaar).
Mark Buitenhuis, Managing Director Private Banking Regio’s Nederland bij Van Lanschot Kempen: “We herkennen uit de praktijk dat het vaststellen van een dividendbeleid steeds belangrijker wordt bij de vermogensplanning van familiebedrijven. Een dividendbeleid biedt transparantie en draagt bij aan stabiliteit en continuïteit binnen een familie, ook over generaties heen.”
Waarom géén dividend?
Ondanks de frequente uitkeringen kiest 1 op de 5 familiebedrijven er bewust voor om geen dividend uit te keren. Belangrijkste redenen zijn het financieren van investeringen uit eigen middelen (48%) en het versterken van de vermogenspositie voor crediteuren of externe financiers (34%). Daarnaast zegt 26 procent dat de eigenaren het dividend niet nodig hebben.
Opvallend is dat 33 procent van de bedrijven hun solvabiliteit te hoog vindt. Ruim 17 procent keert bewust dividend uit om de solvabiliteit te verlagen. Een meerderheid van de familiebedrijven (57%) wil geen externe financiering aantrekken, en 54 procent financiert bij voorkeur via de eigen holding in plaats van via een bank. Voor 65 procent van de ondernemingen heeft dividendbeleid of -uitkering geen invloed op hun gebruik van externe financiering.
Laura Bles-Temme, Co-Managing Partner RSM: “In veel gevallen is geen dividend uitkeren overigens een bewuste keuze: investeren in de toekomst, bouwen aan een sterke basis en onafhankelijk blijven. Daarmee tonen familiebedrijven hun unieke kracht en lange termijnvisie”.
Governance maakt verschil
Goed bestuur blijkt doorslaggevend. Familiebedrijven met een Raad van Commissarissen of Raad van Advies hebben bijna twee keer zo vaak een dividendbeleid (68%) als bedrijven zonder (32%). In de meeste gevallen (70%) zijn de familie-eigenaren zelf de opstellers van het beleid, vaak samen met de directie (40%) en of een STAK-bestuur (38%).