Groot kantoor of boutique? De keuze van jonge professionals

Laatst gewijzigd: 20 juli 2023 11:37
In een reeks interviews met jonge professionals, worden boutiques en grote kantoren met elkaar vergeleken.

De trend is helder: de boutique wint aan terrein. Gespecialiseerde vaardigheden binnen het M&A-domein worden steeds meer uitgevoerd door gespecialiseerde kantoren, die niet zelden afgesplitst zijn van de grote partijen. Toch lijkt het eerder aanvulling dan concurrentie: ook de M&A-praktijken van de grote kantoren groeien gestaag. Jonge dealmakers hebben dus genoeg te kiezen. Wat zijn de afwegingen die bij deze keuze een rol spelen? Wat is het voordeel van een groot kantoor en wanneer kun je beter voor een boutique kiezen? M&A Magazine legde deze vraag voor aan twee advocatenkantoren en twee consultancy firms.

Vincent Smulders (29) studeerde Finance in Maastricht en is werkzaam als associate in het M&A-team van KPMG. Tijdens de closing van een mooie deal in de healthcare sector heeft hij gelukkig even tijd om de voordelen van het werk bij een groot kantoor te bespreken.

“Bij M&A zitten we met veertig man, nog los van de rest van corporate finance. Je hebt natuurlijk altijd mensen met wie je werkt die je goed liggen en binnen zo’n groot team zoeken die elkaar op. Dan kan je veel van elkaar leren.” Daarbij gaat het niet alleen om de vakinhoudelijke zaken – het is ook een sociale business. “De gemiddelde leeftijd zit rond de 30 en er gebeurt buiten het kantoor ook genoeg: skivakantie, golftoernooi, bbq. Je hebt hier toch meer uren werk dan gemiddeld, dus dan is het des te belangrijker dat je goed met je collega’s overweg kan. De dynamiek die er leeft zou ik wel missen als ik op een klein kantoor zou werken.”

Het grote en veelzijdige team werkt aan een breed scala aan interessante deals. “We werken zowel voor DGA’s als voor corporates als voor PE. Soms zit je met een DGA om tafel van de tweede, derde generatie in een familiebedrijf dat helemaal binnen de familie is opgebouwd, maar nu toch verkocht gaat worden. Daar bouw je een band op, want zo’n deal kan wel een half jaar of langer duren. Maar je ziet ook hoe het bij een corporate werkt en hoe je daar een deal insteekt.”

Het mooie van een partij als KPMG is dat het een wereldwijde onderneming is. Jonge dealmakers krijgen dus ruim de kans om aan hun internationale reikwijdte te schaven. “Er is een netwerk van KPMG in meer dan 100 landen. Je kan bijvoorbeeld zelf voor een half jaar naar het buitenland, maar er komen ook crossborder deals binnen via member firms. Neem het kopers in kaart brengen in een sector: collega’s uit andere landen vragen vaak of wij mee kunnen denken, daar schakel je ook regelmatig mee.” Andersom mag het team de wijde wereld in met een mooie deal: “Verkopers willen niet de kans missen dat er misschien een koper is buiten Europa die het beste bij hen past en de juiste prijs wil betalen, dus schakelen ze ons in.”

Een groot voordeel zijn de uitgebreide opleidingsmogelijkheden die de grote kantoren bieden. “Het opleidingsprogramma kun je zien als  een grote menukaart waar je bijna alles uit kunt kiezen wat je kunt bedenken: skills om te verbeteren, vakinhoudelijke seminars of zelfs een complete studie.”

Dichter bij het vuur

BOLD Capital Management levert advies op het gebied van de drie T’s: turnarounds, transitions en transactions. Martijn Hulshof is partner bij BOLD en verantwoordelijk voor de werving van de nieuwe krachten.

Directe verantwoordelijkheid. Dat is volgens Hulshof wat BOLD typeert. “Je mag bij ons je handen vies maken. Grote kantoren richten zich met name op analyse en advies, bij BOLD voegen we daar executie aan toe. Als professional van BOLD zit je dan ook dichter bij het vuur en dat vinden velen aantrekkelijk. Je zit niet elke dag spreadsheets te crunchen op kantoor maar gaat snel mee in hoogwaardig werk en intensief contact met klanten. Dat gevoel wordt verder versterkt doordat BOLD vrijwel altijd in samenwerking met  beslissers op het hoogste niveau opereert. We werken vrijwel nooit met het management van business units, maar altijd op boardroomniveau.”

Een kleinere organisatie kent ook een andere carrièredynamiek. “Bij de Big Four gaat het om het stap-voor-stap doorlopen van de ladder. Voor velen is de carrière gericht op het elk jaar de juiste beoordelingen en ontwikkelingsstappen doorlopen om naar een hogere functie te gaan. Het is dus heel erg gericht op het zetten van de volgende stap en vrij hiërarchisch. Mensen kijken echt op naar de volgende posities. Bij ons sturen we veel minder op functie, maar op werk en verantwoordelijkheid.” Groeien in vaardigheden en verantwoordelijkheid leer je bij een boutique minder op een cursus of volgens vaststaande functieprofielen: “het gaat met name om meelopen met ervaren mensen bij de klant om zo, breder, sterker en beter te worden. Niet zomaar kruisjes halen, maar echte ervaring opdoen.”

De transactiepraktijk heeft volgens Hulshof ook een breed en divers karakter. “Er zit typisch  due diligence advieswerk in voor onder meer private equity klanten. Maar dezelfde professionals werken ook in teams aan  turnaround- en transformatie-opdrachten waar ze hun financiele expertise inbrengen. Daarnaast zijn we actief in corporate finance-trajecten met vaak een wat complexer karakter. Dit alles maakt het werk niet alleen meer veelzijdig, maar hierdoor word je ook een betere adviseur omdat je ook het perspectief vanuit de klant en de bredere context ervaart.”

Tot slot is er nog een belangrijk lokkertje: je hebt als professional direct invloed op je eigen inkomen. BOLD biedt de keuze: of een payrollconstructie voor een vast bedrag, of een ‘ondernemende professional’ opzet. In het laatste geval is er sprake van een zzp-constructie op basis van gewerkte uren, ook voor de niveaus onder partner. “Heel plat gezegd: je voelt in je portemonnee hoe hard je werkt. Elk uur dat je bij de klant kan schrijven zie je terug in je inkomen.” In de praktijk kiest vrijwel iedereen voor de zzp-constructie.

Intrinsieke motivatie

Een van de mensen die klaarstaat aan het begin van de carrièreladder om de young professionals naar de top te helpen is Sanne Kramp (26). Kramp is recruiter bij De Brauw Blackstone Westbroek en richt zich met name op het werven van stagiairs, student-medewerkers en starters.

Het aanbod is ruim: Kramp kan bevestigen dat er veel studenten zijn die ‘in de Champions League willen spelen’ bij een Zuidaskantoor als De Brauw. “De studenten die bij ons komen hebben allemaal een honger naar kennis en zijn echt op zoek naar kwaliteit. Als je ze een zaak geeft die nooit eerder uitgezocht is zien ze daar de uitdaging in en willen ze ook hard werken aan een oplossing. Ze zoeken een hoog niveau in de mate van complexiteit van zaken en werk dat nooit repetitief is.” De kunst is om uit die groep de aankomend advocaten te selecteren met het De Brauw-DNA. Een steengoede jurist zijn is niet genoeg. “Een belangrijke vraag is of iemand breed geïnteresseerd is en bereid is om nieuwe dingen te doen.”

Breed opgeleide juristen met een gevarieerde gereedschapskist komen volgens Kramp goed tot hun recht op een groot kantoor. “We werken met verschillende teams en samenstellingen van teams. Deze teams bestaan weer uit veel verschillende mensen, mensen met verschillende nationaliteiten en mensen met een totaal andere studieachtergrond gecombineerd met rechten.” Een bepaalde werkstijl of een bepaald karakter zijn niet doorslaggevend. “Ik denk dat de grootste gemene deler intrinsieke motivatie is en niet een bepaald persoonlijkheidstype. Men gaat echt voor de kwaliteit en de complexiteit, maar dat kan op verschillende manieren.” Dat is maar goed ook, want zo ontstaan afgeronde teams met complementaire skillsets. “Werken in een divers team stimuleert de creativiteit.”

Voortdurend blijven doorleren is essentieel voor een carrière in een groot kantoor. “We bieden veel opleidingsmogelijkheden, beginnend met een uniek opleidingsprogramma, de Brauwerij, dat je gedurende de eerste zes maanden van je carrière doorloopt.” Leren van collega’s en van andere specialismen staat hierbij centraal. “Het is uiteraard belangrijk om goed te worden binnen je praktijkgroep, maar door verplichte wissels naar andere secties krijg je een breder beeld van de advocatuur.”

Tja, en het harde werken op de Zuidas en de lange uren? “Je bent zelf in charge om je work life balance te bewaken en signalen af te geven.” Ook zijn de advocaten zelf gedreven om de lange dagen te maken, volgens Kramp: “Op dit niveau is men bijzonder ambitieus. Men wil leren, ervaren en ontwikkelen. En daarom is men bereid er hard voor te werken.”

Persoonlijker en tegen een lagere prijs

Jurriaan Heslinga (35) is advocaat bij Rutgers & Posch. Hij begon na zijn studie in Leiden zijn carrière bij Lexence en werkt sinds 2015 bij de boutique.

Een van de grote verschillen tussen Rutgers & Posch en de Zuidaskantoren is dat Rutgers & Posch uitsluitend werkt met ervaren advocaten. “Qua werk is iedereen hier al volwassen en weet van de hoed en de rand. Iedereen die hier werkt heeft ervaring opgedaan bij een groot kantoor, negen van de tien keer bij een van de grote kantoren uit Amsterdam. Iedereen kan zelfstandig werken en een deal van A tot Z begeleiden.” Dat leidt tot kleine, hechte teams die intensief met het dealproces bezig zijn. Maar daar gaat binnenkort verandering in komen. In het nieuwe jaar zullen wij ook advocaat-stagiaires in dienst nemen en opleiden. 

Zijn de deals en klanten anders bij een boutique? Het antwoord op die vraag is niet eenduidig: “Ja en nee. Ons visitekaartje is dat we de ervaring en de kennis van een groot kantoor hebben en hetzelfde soort werk kunnen leveren, maar wel goedkoper. Dezelfde kwaliteit voor een lagere prijs en een stuk persoonlijker. Dat brengt met zich mee dat je, net als Zuidaskantoren, ook de grote deals kan bedienen, maar ook gevonden wordt door kleinere cliënten. We doen bijvoorbeeld veel met startups.” Dat maakt het werk ook leuk, zegt Heslinga. “Grote deals vinden we nog steeds leuk en daar halen we veel energie uit, maar het is ook mooi om betrokken te zijn bij een startende onderneming. Je zit niet alleen maar in pak bij de grote multinationals aan tafel.”

Wel zit er voor de grotere klanten een belangrijk verschil in het voortraject. “Er zijn ook wel bedrijven die je zou willen bedienen, maar dan heb je te maken met een bestuur of een board die dan denken bij de naam: ‘wie zijn dat, doe maar NautaDutilh of Allen & Overy, die kennen we.’ Dat is de naamsbekendheid en het blinde vertrouwen dat de grote kantoren hebben. Wij moeten ons wat dat betreft meer bewijzen, in het begin merk je dat het werk niet zomaar naar je toe komt. Als cliënten eenmaal met ons gewerkt hebben komen ze graag terug. Grotere cliënten die een alternatief voor de Zuidaskantoren zoeken komen veelal bij ons terecht. De ervaring, korte lijnen en prijs is de combinatie die het ‘m dan doet.”

Bij de vraag over hoe het zit met de balans tussen leven en werken blijkt dat dat voor de partners een van de belangrijkste redenen was om de boutique te starten. “De gedachte was: het werk is leuk, maar de werkomgeving kan beter. Dat was voor mij ook persoonlijk de reden om de overstap te maken.” Het gaat zeker niet alleen om de werktijden, maar ook om hoe de uren op en om kantoor eruit zien. ‘We zitten hier in de binnenstad aan de gracht met een kantoorboot voor de deur. Afgelopen jaren (dit jaar niet in verband met Corona) hadden we een dependance aan het strand bij Zandvoort. Dan zit je met een printer en een paar aansluitingen aan het strand te werken.”

Gerelateerde artikelen