Geen betere tijd om te investeren dan nu

Uit wereldwijd onderzoek van Grant Thornton blijkt dat het zakelijk optimisme hoger is dan ooit, dit betekent dat nu het moment is om te investeren.

Onderzoek van Grant Thornton laat zien dat het wereldwijde optimisme over de economische vooruitzichten naar een recordhoogte is gestegen. 

Uit de resultaten van het International Business Report (IBR) blijkt dat het optimisme voor de komende 12 maanden het sterkst is gestegen in Europa en Noord-Amerika, hoewel de cijfers voor alle regio’s historisch robuust zijn. De bezorgdheid over de economische onzekerheid is afgenomen en de groei van het bruto binnenlands product zit in de meeste regio’s in de lift. Daarom raadt Grant Thornton bedrijven aan om nu actie te ondernemen, kansen te identificeren en te investeren voor toekomstig succes.

Zakelijk optimisme hoogste in 15 jaar
Volgens het IBR is het zakelijk optimisme wereldwijd in het eerste kwartaal van 2018 netto 61 procent – de hoogste score die in 15 jaar onderzoek is gemeten. Opvallende stijgingen in het optimisme zijn gemeten in de ontwikkelde economieën: Noord-Amerika (7p hoger in Q1) en de EU (12p hoger). 

Het vertrouwen onder Amerikaanse bedrijven ligt met netto 89 procent op een historisch hoogtepunt. In Europa is het zakelijk optimisme in Frankrijk tot recordhoogte gestegen met netto 75 procent. En in het Verenigd Koninkrijk zijn bedrijven niet meer zo optimistisch geweest (netto 31 procent) sinds het Verenigd Koninkrijk voor uittreding uit de EU stemde. In Nederland staat het optimisme op netto 90 procent, 2 procentpunt lager dan in Q4-2017. Het vertrouwen onder bedrijven is wijd verspreid; Griekenland is voor het eerst sinds drie jaar weer optimistisch (netto 6 procent).

Frank Ponsioen, CEO van Grant Thornton in Nederland, zegt hierover: “Bedrijven rapporteren een gezond en wijdverspreid niveau van optimisme. Dat is een gunstige indicatie dat het wereldwijde economische herstel eindelijk breed gedragen is. Europa is deze keer ook echt verenigd. De cijfers wijzen erop dat het Europese herstel nu breder is dan in voorgaande jaren. Duitsland, Frankrijk en Nederland lieten het afgelopen jaar optimistische cijfers zien; bedrijven in Zuid-Europa daarentegen trokken die cijfers weer omlaag. Dat is nu niet meer het geval. Griekenland, Spanje en Italië maken inmiddels een inhaalslag. Binnen de EU zijn bedrijven voor handel afhankelijk van buurlanden. Groeien zij, dan groeien hun handelspartners met hen mee. Ook de groei van het bruto binnenlands product (bbp) neemt in de meeste regio’s toe.”

“Op dit moment lijkt er voor de Europese vooruitzichten geen vuiltje aan de lucht. Zelfs het Verenigd Koninkrijk, waar zakelijke leiders het lastig vinden om vertrouwen uit te stralen te midden van de Brexit-onderhandelingen, heeft de meest optimistische cijfers in bijna twee jaar. De harde retoriek vertroebelt de werkelijkheid dat er op dit moment eigenlijk weinig is veranderd. De Europese economie groeit, zij het in bescheiden mate. Er is bijna volledige werkgelegenheid en recenter zit zelfs de hardnekkig lage productiviteit in de lift.”

Dip in optimisme in China
In heel Zuidoost-Azië is het optimisme gestegen tot netto 61 procent. Dat is de hoogste score in 7 jaar tijd. In China (-13p) en Japan (-11p) het optimisme is gedaald. Dat geldt ook voor Latijns-Amerika, waar het optimisme met 10 procentpunt is gedaald tot netto 25 procent.

Ponsioen: “De dip in het optimisme in China en Japan staat niet voor een mogelijke vrije val. Het vertrouwen in deze regio’s is nog steeds gunstig in vergelijking met het niveau van de afgelopen jaren. Maar nu de handelsretoriek over en weer tussen West en Oost scherper wordt, zal de reactie van bedrijven hierop in het komende kwartaal veelzeggend zijn. De meeste bedrijven zien geen algehele ‘handelsoorlog’ ontstaan vanwege de grote risico’s voor alle partijen.”

Het is nu tijd om meer te investeren 
Het IBR laat zien dat ondanks het hoge niveau van optimisme de investeringen in onderzoek en machines niet evenredig toenemen. Hoewel de verwachtingen voor investeringen in nieuw vastgoed, installaties en machines en in onderzoek en ontwikkeling (R&D) in de Eurozone licht zijn gestegen (met respectievelijk 2p, 1p en 2p ten opzichte van vorig kwartaal), is het investeringsniveau wereldwijd in totaal gedaald. De verwachtingen in Nederland dragen bij aan de positieve resultaten in de Eurozone. De verwachte investeringen in Nederland in nieuw vastgoed stijgen met 16 procentpunt ten opzichte van het vorige kwartaal. De verwachte investeringen in installaties en machines stijgen met 12 procentpunt en R&D +6 procentpunt.

Wereldwijde plannen om meer te investeren in machines en installaties zijn met netto 34 procent 2 procentpunt lager dan in het eerste kwartaal. De plannen om de R&D-uitgaven op te schroeven zijn 3 procentpunt lager en de verwachtingen voor hogere investeringen in nieuw vastgoed blijven voor het derde achtereenvolgende kwartaal stabiel op 23 procent.

Frank Ponsioen voegt hieraan toe: “De wereldwijde economie presteert beter dan in vele jaren het geval is geweest. De economische prognoses voor de korte tot middellange termijn zijn positief. De geschiedenis leert ons echter dat groei zich doorgaans in cycli voordoet, waarbij 2018 in dit geval een hoogtepunt aangeeft. De rente blijft vooralsnog laag, maar de verwachting is dat deze de komende twee jaar stijgt. Dat betekent dat de mogelijkheden voor goedkope financiering afnemen en dat bedrijven die overwegen om in 2019 of 2020 te investeren mogelijk nu al geld willen lenen hiervoor. Het is nu het juiste moment om te investeren in de toekomst.”

“Meer investeren in R&D of in nieuwe technologieën hoeft niet te betekenen dat dit ten koste gaat van de lonen van werknemers. We zien op veel fronten fundamentele veranderingen in het bedrijfsleven, van automatisering tot big data en de 'gig economy'; ook wel de invulling van tijdelijke opdrachten (gigs). De toekomst van het bedrijfsleven vereist een goede samenwerking met werknemers om kansen die zich voordoen optimaal te benutten. Bedrijven die een goede balans vinden tussen investeren in infrastructuur en ideeën enerzijds en het belonen en sterker maken van werknemers anderzijds, hebben de beste kansen om in goede tijden de vruchten hiervan te plukken, en om veerkrachtig te blijven als de economische omstandigheden weer onvermijdelijk veranderen.”

Gerelateerde artikelen