Financiering van de energietransitie: En wie gaat dat betalen?

De energietransitie in Nederland dreigt vast te lopen doordat de helft van de 355 miljard euro die nodig is moeilijk blijkt te financieren.

Dat concluderen adviesbureaus Kalavasta en Berenschot in een rapport voor het ministerie van EZ. “Er wordt niet echt groot gedacht en de regie ontbreekt.”  Investeerders zijn minder somber gestemd. 

Nederland moet aan de bak. Volgens het zogeheten Klimaatakkoord moet Nederland in 2030 49% minder CO2 uitstoten dan in 1990 en in 2050 zelfs 95% minder- en dus nagenoeg emissievrij worden. De transitie die hiervoor nodig is vergt investeringen in het energiesysteem. Maar waarin moet dan precies worden geïnvesteerd? Hoeveel geld is er nodig voor de energietransitie? Is dat geld er überhaupt wel? En zo ja, waar moet het vandaan komen? Aansluitend op het Klimaatakkoord heeft de financiële sector toegezegd actief bij te dragen aan de financiering van de Nederlandse energietransitie. Maar kan de energietransitie worden overgelaten aan de markt of is er overheidsingrijpen nodig – en kunnen fondsen zoals InvestNL en het investeringsfonds van Wiebes en Hoekstra de gaten die particuliere partijen laten vallen dichten?  
 
Allemaal vragen die grotendeels worden beantwoord in een recent rapport 'Een essay over de financiering van de Energietransitie tussen 2020 en 2050' van adviesbureaus Kalavasta en Berenschot in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het rapport is gebruikt voor een Interdepartementaal Beleidsonderzoek, waarvan de uitkomsten inmiddels naar de Tweede Kamer zijn gestuurd. Zodra er een nieuw kabinet is, kan de discussie over de 'beleidsopties' die in het onderzoek worden genoemd losbarsten.  
 
Wat voor beleid ook wordt ingezet, duidelijk is dat het gaat om maatregelen om energie te besparen, vervanging van fossiele door niet-fossiele energie (voornamelijk wind- en zonne-energie) en door aanpassingen aan het elektriciteitsnetwerk omdat de stroomproductie weersafhankelijker en grilliger wordt. Denk aan de opslag van duurzaam opgewekte elektriciteit en een zwaarder elektriciteitsnet, zodat pieken in de productie makkelijker kunnen worden verwerkt. 
 
2030 keerpunt 
De kosten van dit alles belopen honderden miljarden, blijkt uit het rapport van Kalavasta en Berenschot. De auteurs gaan uit van 355 miljard tot 2050, bovenop de 330 miljard vervangingsinvesteringen voor het huidige energiesysteem. In eerste instantie gaat een groot gedeelte van de extra investeringen (‘meerinvesteringen’) naar mobiliteit, denk aan elektrische auto's. Het bedrag valt mee, 'slechts' 20 miljard euro.  
 
Maar na 2030 nemen de investeringen in het energiesysteem toe, dat wil zeggen in de productie en distributie van energie. Dit is enorm kapitaalintensief. "Er zijn 'upfront' enorme investeringen nodig in duurzame energie. Als dat eenmaal achter de rug is, kunnen we minimale variabele kosten tegemoet zien", zegt Hoyte Duyster, associate partner van Kalavasta en één van de auteurs van het rapport. 
 
De kosten van een zonnepaneel of windmolen mogen dan hoog zijn, de zon en de wind zijn immers gratis. Sterker nog, zoals het in het rapport staat: "De investeringsdruk gaat dus omhoog maar de totale kostendruk niet noodzakelijk." Volgens Duyster c.s. zijn de financiële gevolgen van de energietransitie voor Nederland als geheel al met al verwaarloosbaar; een systeem dat nagenoeg emissievrij is, is niet duurder dan het systeem dat ontstaat als we op oude voet doorgaan, luidt de conclusie. 
 
Het gevaar bestaat alleen dat investeringen zo hoog zijn, dat het financiers zal afschrikken. Daarom zullen investeerders niet snel in nieuwe technologieën met lagere emissies investeren, waarschuwt het rapport. Nu hoeft de 'onrendabele top' – de mate waarin een investering verliesgevend is ten opzichte van een investering in de bestaande (referentie)technologie – niet per se een sta in de weg te zijn. Misschien verdwijnt de top wel, naarmate de kostprijs voor de opwekking van duurzame energie daalt (zoals nu al vooral bij zonne-energie is gebeurd). Ook kan de overheid allerlei financiële prikkels hanteren. Zo zou de overheid subsidies of belastingvoordelen kunnen verlenen om investeringen aantrekkelijker te maken, of juist apparaten met hoge emissies zwaarder belasten of verdere CO2-beprijzing invoeren.  
 
Alarmistische conclusie 
Maar ook als die onrendabele top is weggesmolten, zal het erg lastig worden om tot 350 miljard aan investeringen in de Energietransitie te komen. Dit komt bijvoorbeeld omdat degene die de investering wil doen het geld daarvoor niet bij elkaar kan krijgen, omdat 'hij niet kredietwaardig is, er onzekerheid is bij de investeerder over de investering of dat er onvoldoende (lang) kapitaal beschikbaar is op de kapitaalmarkt'. Zeker na 2030 kan dit een groot probleem worden: "Wij schatten dat dit probleem ongeveer 45-50% van de meerinvesteringen ofwel €155 – €175 miljard betreft", aldus de auteurs van 'Een essay over de financiering van de Energietransitie'. De titel van het rapport mag dan niet erg spannend zijn, de inhoud is niet minder dan alarmistisch: de energietransitie in Nederland dreigt tot stilstand te komen doordat de helft van de benodigde 355 miljard euro moeilijk blijkt te financieren.  
 
Die 175 miljard euro zijn er gewoon, dat is het probleem niet. Maar, zoals de auteurs stellen 'geld is net vet: van beide is er genoeg, maar altijd op de verkeerde plaats'. Het probleem zit hem vooral in de investeringen die 'lang geld' nodig hebben voor de financiering – dat wil zeggen met een looptijd van 10 jaar of meer. Dat is ruim 70 procent van het totaal van de meerinvesteringen (circa 257 miljard euro). Er dreigt een tekort van 120 miljard euro aan 'lang geld' om die investeringen te doen.  
   
Er is echter hoop, zegt Duyster. Hij pleit voor een industriebeleid nieuwe stijl, met een overheid die zich heel nadrukkelijk bemoeit met de investeringen door banken, private equity-firma's en andere particuliere partijen. "De overheid kan private investeerders te hulp schieten", stelt hij. De roep om duidelijkheid, planmatigheid en stabiele wet- en regelgeving is namelijk groot in de financiële sector. Zoals ook in het rapport van Kalavasta en Berenschot staat: "Nu moeten investeerders steeds individuele projecten beoordelen, bijvoorbeeld voor de financiering van een windmolenpark. Er is gebrekkige informatie over de samenhang en de consequenties met andere projecten." De overheid zou er volgens Duyster daarom goed aan doen als een soort spelverdeler op te treden. Door duidelijke doelen te formuleren, plannen te maken en grote lijnen uitzetten. Door helder te zijn in waar het heen moet met de energietransitie, door de voortgang te monitoren en door marktpartijen te attenderen op waar investeringen gewenst zijn. Door garant te staan als het om belangrijke projecten gaat."  
 
Geld genoeg beschikbaar? 
Op dit verhaal valt wellicht het een en andere af te dingen. Dat kan ook niet anders met een essay, een probeersel, met de nodige aannames en slagen om de arm. "Maar dat er ongeveer 355 miljard euro nodig is, kan ik onderschrijven", zegt Marc Schmitz, binnen de Rabobank verantwoordelijk voor de financiering van duurzame energieprojecten in Europa. Ook ziet hij in de toekomst een belangrijke rol voor een overheid weggelegd: een overheid die de markt ondersteunt in de vorm van duidelijke wet- en regelgeving en die sturend optreedt, met name door vergunningen te verlenen voor veelbelovende projecten. 
 
Maar dat gat van 175 miljard waardoor de energietransitie dreigt spaak te lopen? "Daar merken wij helemaal niets van”, zegt Schmitz. “De zorgen dat er te weinig geld beschikbaar is voor zon- en windenergie deel ik in elk geval niet. Daar is meer dan genoeg geld voor beschikbaar, zowel voor on- en offshore windenergie als voor zonnepanelen op daken als voor parken met zonnepanelen." 
 
Zeker, zegt Duyster. “Maar het gaat om relatief kleine projecten, zonder overzicht over het geheel. Een windmolenpark op zee, en daarna de ‘stopcontacten’ voor de verdeling van de elektriciteit. En daarna het elektriciteitsnet. Het probleem dreigt juist bij de grotere infrastructurele investeringen die nog gedaan moeten worden. Er wordt niet groot genoeg gedacht. Bovendien ontbreekt de regie. Er is momenteel ook nauwelijks zakelijk en actiegericht overleg tussen overheid en financierders om de energietransitie in goede banen te leiden.”  
 
René Savelsberg, mede-oprichter en managing partner van investeringsfonds SET Ventures, is desondanks optimistisch: “Als de schade helder begint te worden – weersveranderingen, pandemieën, emigratie – dan is het geld er wel. Er is altijd geld genoeg.” Hij wijst op alle mogelijke bronnen van financiering: publiek geld – Europees (dat niet is meegenomen in het rapport van Kalavasta), nationaal en regionaal – en particulier geld – met name verzekeringsbedrijven en pensioenfondsen en asset managers van grote investeringsfondsen. “Komt tijd, komt raad”, aldus Savelsberg. “Als er een heldere markt is, dan komen de oplossingen en de investeringen.” 
 
‘Lariekoek’, reageert Duyster: Verzekeringsbedrijven en pensioenfondsen mogen maar een deel van hun geld investeren in de energiesector.” Met dat geld komen we er niet. En het Europese geld? “Het is nog onduidelijk hoeveel dat wordt. Je moet je niet rijk rekenen, maar beseffen dat het significant minder zal zijn dan wat er nationaal beschikbaar komt.”  
 
Overheid als aanjager 
Ook Frederik Deutman en Pieter Smit, respectievelijk Managing Director en Investment Director van het ABN AMRO Sustainable Impact Fund zien veel kapitaal beschikbaar komen voor de financiering van de energietransitie. . Zij zien echter nog wel knelpunten als het gaat om jonge bedrijven en minder bewezen technieken, terwijl die ook nodig zijn om de klimaatdoelstellingen te halen, zeggen zij: “Het is een grote uitdaging om innovatieve bedrijven en nieuwe ecosystemen te stimuleren zoals voor waterstof. Daarvoor is kapitaal vanuit de overheid welkom.” 

Zij zien hier een rol weggelegd voor Nederlandse overheidsfondsen zoals InvestNl.  Hetzelfde geldt mogelijk voor het investeringsfonds waar Wiebes en Hoekstra zich voor hebben beijverd, voor zover dat zich überhaupt op de energietransitie wil richten, wat nog niet zeker is. Savelsberg gelooft ook dat dergelijke fondsen een rol kunnen spelen: “Wellicht kunnen ze de realisatie van toepassingen aanjagen”, zegt hij. “Zodat bedrijven niet blijven hangen in R&D, zoals te vaak gebeurt in Nederland.” Duyster en Schmitz geloven er niet zo in, zij vrezen dat InvestNL te klein is om echt veel te betekenen.
 

Belangrijkste Nederlandse financiers van de Nederlandse energietransitie 
 
ABN AMRO Sustainable Impact Fund (SIF) 
ABN AMRO SIF is een fonds dat investeert in bedrijven die de transitie naar een duurzame en inclusieve samenleving versnellen. Voorbeelden van investeringen: NorSun, Foodlogica en Fiberline Composites. NorSun is een Noors bedrijf dat  monocrystalline wafers produceert. Hierdoor worden zonnepanelen efficiënter geproduceerd met een lagere CO2 footprint. Foodlogica lost de uitdaging op van ‘last-mile’ transport van gekoeld voedsel in dichtbevolkte steden, met een duurzame vloot zonder uitstoot van broeikasgassen. Het Deense Fiberline Composites ontwikkelt een specifieke technologie waarmee grotere windbladen voor windmolens kunnen worden gemaakt.  
 
ABP Nederlands Energietransitiefonds (ANET) 
Het Nederlands Energietransitiefonds van pensioenfonds ABP (ANET) is opgericht voor beleggingen in relatief kleine projecten en bedrijven die zich richten op (technologische) oplossingen voor de energietransitie. ANET kan in alle ontwikkelingsfasen van een bedrijf bijdragen aan de financiering, van startkapitaal tot beursgang. ANET belegt o.a. in slimme warmtenetten in een viertal grote Nederlandse gemeenten, het Nederlands bedrijf Net2Grid dat technologie levert aan bedrijven in de energiesector en klanten direct inzicht biedt in hun actuele en toekomstige energieverbruik. Ook belegt ANET in een tiental startups, zoals Starke Energy, Bia Power en Soolutions, die met hun product, service of toepassing, oplossingen ontwikkelen voor de Nederlandse energietransitie met als doel deze bedrijven te ontwikkelen en op te schalen.   
 
Stichting DOEN 
Stichting DOEN gebruikt het geld dat wordt binnengehaald via loterijen om te investeren in bedrijven die kunnen bijdragen aan de energietransitie. DOEN heeft een voorkeur voor ‘voorlopers’, met een innovatief concept of businessmodel op het gebied van duurzame energie. Voorbeelden zijn Orange Gas (gas uit mest, rioolslib en vuilnis) en laadpaalbedrijf NewMotion. 
 
ING Sustainable Investments  
ING Sustainable Investments financiert bedrijven met een duurzame impact, of het nu gaat om reductie van CO2-emissies of een vermindering van materiaal- en energieverbruik. Een recent voorbeeld van een investering van het fonds (samen met o.a. InvestNL) is de investering Leyden Jar Technologies, een bedrijf dat een nieuwe batterijentechnologie ontwikkelt. Eerder investeerde NG Sustainable Investments  in Exasun, een Nederlandse producent van zonnepanelen.  
 
NewPort Capital 
NewPort Capital is een private equity-firma die zich richt op investeringen in Nederlandse mid-market bedrijven. Niet exclusief op de energietransitie dus, maar het heeft wel geïnvesteerd in bedrijven als De Solarstudio (dat zonnepanelen verkoopt) en  Greeny Bros, een leverancier van zonne-energie apparatuur. 
 
NIBC Mezzanine – Equity Partners 
Private equity-firma NIBC Mezzanine – Equity Partners richt zich niet exclusief op de energietransitie, maar heeft wel geïnvesteerd in bedrijven zoals Solarus (hybride zonnecollectoren).  
 
NPM Capital 
NPM Capital is naar eigen zeggen ‘een  investeringsmaatschappij die samen met onze participaties bouwt aan de bedrijven van de toekomst’.  Waaronder bedrijven die gestalte moeten geven aan de energietransitie. Zonne-energie lijkt favoriet: NPM heeft meerderheidsbelangen in bedrijven als Rooftup Energy, een Nederlandse ontwikkelaar en exploitant van zonnecentrales, en energieleveranciers als Solaris Industria en Greenspread. Ook heeft NPM een meerderheidsbelang in Ealyze genomen, een Nederlandse onderneming die smart energy meters installeert, beheert en onderhoudt en in CT Energy, een Nederlandse onderneming die actief is op het gebied van innovatief energiebeheer. 
 
Rabobank 
De Rabobank richt zich vooral op de financiering van windparken op zee, en is daarmee een van de grootste financiers van duurzame energieprojecten in Europa. Een voorbeeld van een recent project (met o.a. Shell als medefinancier) is Blauwwind, een groot windpark voor de Zeeuwse kust, op de kavels Borssele III en IV.  
 
SET Ventures 
SET Ventures is een venture capital-maatschappij die in Europese start-ups en scale ups investeert die de energietransitie versnellen.  Bijvoorbeeld middels een minderheidsbelang in Greenflux, een bedrijf dat software aanbiedt voor het beheer van laadnetwerken voor elektrische auto’s, dat onlangs verkocht is aan een Duitse partij. . 
 
SHIFT Invest 
Venture capital-maatschappij SHIFT Invest richt zich vooral op circulaire technologie, smart agriculture, greentech en smart materials. Investeringen uit het verleden zijn o.a. Protix, ChainCraft en Vandebron. Onlangs participeerde het in E-magy (batterijtechniek). 
 
Triodos 
Triodos richt zich o.a. met het Energy Transition Europe Fund op de financiering van bedrijven 'om de energietransitie in volle breedte te helpen voortstuwen'. Het fonds richt zich dus niet alleen op duurzame energieproductie zoals voorloper Triodos Renewables Europe Fund deed, met investeringen zoals die in het zonnepark AVRI Solar. Het Energy Transition Europe Fund investeert bijvoorbeeld ook in bedrijven die opslag en transport van duurzame energie mogelijk maken, denk aan de investering in  Giga Rhino, een superbatterij om duurzame stroom op te slaan. 
 
Yard Energy Group 
Yard Energy Group is een groep investeerders in wind- en zonne-energie en andere energiegerelateerde projecten. Zo was het de hoofdinvesteerder bij een recente investeringsronde in batterijproducent Leyden Jar. Ook heeft het onlangs een meerderheidsbelang genomen in het investeringsplatform Duurzaaminvesteren.nl. Eerder heeft het Klimaatfonds gekocht, een investeringsplatform voor zonne-energieprojecten. 
 
Bron: M&A Database
Related articles