Zo selecteert investeerder Eva de Mol (CapitalT) de startups met de beste teams
Eva de Mol is management partner bij CapitalT. Dit venturefonds investeert in de eerste rondes van startende bedrijven. Een datagedreven analyse van het team oprichters vormt de kern van het investeringsproces.
Het pad naar venture capital begon voor Eva de Mol (39) aan de andere kant van de tafel; als student bedrijfskunde maakte ze voor het eerst kennis met investeerders toen ze zelf bezig was om medische technologie te pitchen. “Mijn vader was professor aan de Technische Universiteit Eindhoven en cardiothoracaal chirurg. Hij was altijd bezig met het ontwikkelen van nieuwe hart-devices. Ik vond dat superinteressant, maar ik had verder geen geneeskundeachtergrond. Ik ben hem gaan helpen met de meer commerciële plannetjes voor die devices en toen ik voor mijn promotieonderzoek in Berkeley zat ben ik ook een paar keer gaan pitchen in Palo Alto, voor een pacemaker of een kunstwervel. Toen ben ik heel erg geïnspireerd geraakt door de wereld van investeren en innovatie en werd het me voor het eerst duidelijk wat venture capital voor rol speelt in onze maatschappij.”
De Mol dook na haar studie bedrijfskunde niet direct het bedrijfsleven in, maar besloot haar wetenschappelijke interesse te volgen door de promoveren op de teamdynamiek van start-ups en scale-ups. Door honderden Founders te bestoken met uitgebreide vragenlijsten bouwde ze een unieke dataset op over wat er nu precies gebeurt op het gebied van teamdynamiek bij succesvolle startups – en waar het mis kan gaan bij disfunctionele teams. Vervolgens zat ze met de vraag hoe ze deze verworven kennis in kon zetten: als dienst aanbieden aan andere ondernemers en investeerders was een optie, maar uiteindelijk besloot dat de beste manier om haar wetenschappelijke theorieën in de praktijk te testen was om zelf te gaan investeren, eerst bij een reeks Amerikaanse fondsen en nu als managing partner van haar eigen fonds.
Zoeken naar de beste teams
Bij de investeringsbeslissingen van CapitalT neemt het functioneren van het team dus een belangrijke rol in. De founder(s) en de leden van het kernteam van onderneming zoals de CTO worden doorgelicht op zaken als motivatie, doorzettingsvermogen en samenwerking. Hier gebruiken ze een aantal psychometrische modellen voor: het Five Behaviors-model van Patrick Lenzioni en een model om ‘team passion’ te meten, wat De Mol ontwikkelde met Melissa Cardon (University of Tennessee) en Svetlana Khapova (Vrije Universiteit). Zeker niet alle teams komen door de test. Integendeel: het is een beetje zoeken naar een speld in de hooiberg, zegt De Mol: “Het is zo ongelofelijk moeilijk, want ieder bedrijf waarin wij investeren moet in potentie hebben om een unicorn te worden. Nou, hoeveel zijn dat er? Je moet uiteindelijk dus de mensen hebben die zo gepassioneerd zijn dat ze echt doorgaan waar anderen ophouden en die echt elkaar aanvullen.”
De vraag die zo’n teamgedreven investeringsstrategie oproept is of het gemeten profiel een gegeven is, of dat je als investeerder kan (of zelfs moet) ingrijpen in het foundersteam om de kans op het welslagen van de onderneming te vergroten. Op dit punt divergeert De Mol wellicht een beetje van de conventionele praktijk in venture capital. Veel investeringsmaatschappijen zien teams als tamelijk vormbaar: een CTO vervangen, een teamlid bijscholen – zolang het product maar goed is, wordt er gedacht, is er veel te doen aan de teams. Dat er een hele industrie is opgebouwd aan accelerators, mentors en startup-coaches tekent de houding van de sector. De Mol zet daar haar vraagtekens bij. “Ik heb liever een goed team met een matig plan, dan een matig team met een goed plan.”
Ingrijpen in de teams is meer iets voor gevestigde ondernemingen, denken ze bij CapitalT: bij echt jonge bedrijven is daar gewoon geen tijd voor. “Ik geloof dat de ondernemers in wie wij investeren het gewoon zelf moeten doen en kunnen. Als mensen minder gepassioneerd zijn of niet goed scoren op teamdynamiek, dan is er op dat moment geen coach of mediator die daarbij gaat helpen. Je staat dan nog zo aan het begin en je gaat nog voor zoveel vuurdopen staan.”
Maatschappelijk rendement
Hoewel De Mol de term impact investing niet direct zou willen noemen investeert CapitalT vooral in bedrijven waar er, net zoals bij de medische uitvindingen van haar vader, ook maatschappelijke winst te behalen valt. Dit kunnen bedrijven in de zorgsector zijn, of bedrijven die werken aan vergroening en verduurzaming.
Een ander speerpunt van het fonds is ‘the future of work’ – startups die zich richten op zaken als werknemerswelzijn, ‘upskilling & reskilling’ en het terugdringen van discriminatie en bias op de arbeidsmarkt. Een van de investeringen waar CapitalT erg trots op is, is die in Overstory. Dit bedrijf analyseert met behulp van Artificial Intelligence satellietbeelden om zo een indruk te krijgen van de boombedekking van een bepaald gebied. Deze data wordt vervolgens bijvoorbeeld weer gebruikt door energiebedrijven om de routes van bovengrondse electriciteitsnetwerken aan te leggen. Het bedrijf heeft net een Series B opgehaald in de USA. Voor De Mol komen hier een paar zaken mooi bij elkaar: een ijzersterk, internationaal team dat met de nieuwste tech een belangrijke uitdaging oplost, met een sterke ecologische component.
Verder kijken dan de traditionele netwerken
Een andere lijfspreuk van De Mol is “Genius is distributed evenly, opportunity is not”. Wat De Mol daarmee bedoelt is dat ze niet alleen datagedreven naar teams van founders kijkt, maar ook zeer bewust is van het feit dat de beste founders en teams niet altijd de beste toegang hebben tot investeerders omdat ze niet uit de traditionele netwerken komen waar investeerders zich in bevinden.
“Toen ik begon was ik natuurlijk nog echt een nobody, maar ik merkte wel al snel dat er superveel mensen waren die graag met mij wilden afspreken. Dat waren dan vaak vrouwen of mensen die niet aan het typische plaatje voldeden. Blijkbaar vonden die mensen geen weg naar binnen bij de meer traditionele fondsen: toen dacht ik, dit moet echt ons USP worden.” Bij CapitalT proberen ze dus net zoveel aandacht te geven aan pitches die koud binnenkomen via platforms als LinkedIn als mensen die via de hockeyclub binnenkomen.
Deze open houding sluit toevallig mooi aan op een ander portfoliobedrijf. TestGorilla ontwikkelt tools voor HR-medewerkers om nieuwe collega’s te werven op basis van skill assessments in plaats van op CV’s: dat neemt een hoop ingebakken vooroordelen en ongelijkheid weg. Dit bedrijf is inmiddels al wat rondes verder, maar ook hier zat CapitalT vroeg bij – en die tocht van de eerste seedronde naar een volwassen bedrijf is precies wat De Mol zo leuk vindt aan investeren: “Ik sprak de founder op een niet-werkgerelateerd evenement en hij vertelde waar hij mee bezig was. Toen dacht ik: ja, hier wil ik gewoon bij zijn. En dat je daar dan bij kan zijn, dat vind ik gewoon heel leuk aan deze fase.”
Inspiratie en rolmodellen
Als het gaat om de rolmodellen en bepalende figuren in haar investeerderscarrière noemt De Mol in de eerste plaats Janneke Niessen. De gewezen ondernemer met een paar mooie exits op haar naam begon CapitalT samen met De Mol. Zelf zegt De Mol lachend dat ze Niessen “een beetje gestalkt” heeft toen ze terug was in Nederland na haar promotie in de VS en ze zelf heel graag haar eigen fonds wilde beginnen, maar daar nog een partner bij zocht. Het lukte ook nog. Eenmaal bezig bleken de twee over complementaire vaardigheden te beschikken: waar De Mol vooral op de tech en de research zit heeft Niessen een ijzersterk track record in de operatie.
Daarnaast valt de naam van Corinne Vigreux, een van de oprichters van TomTom, die het duo met raad en daad bijstond bij het oprichten van het fonds. “Ze is niet alleen onze cornerstone investor, maar zonder haar was het fonds er überhaupt niet gekomen.” Ook zegt De Mol dat ze veel gehad heeft aan Svetlana Khapova, de professor van de Haas School of Business in Berkeley die haar de kans gaf om haar promotieonderzoek te doen.
Hoewel ze nu werkt als investeerder laat De Mol haar wetenschappelijke wortels niet helemaal los en duikt ze graag de boeken in om meer te weten te komen over het vak en over de sectoren waarin CapitalT investeert. Zo tipt ze de biografieën van succesvolle vrouwen in Silicon Valley en de klassieker ‘The Secrets of Sand Hill Road’ van Scott Kupor.
Daarnaast zijn er tegenwoordig flink wat podcasts over venture en tech waar De Mol naar luistert, zoals die van Bill Gates, de podcast ‘Entrepreneurial Thought Leaders’ van de Stanford-Universiteit en de podcasts van De Correspondent. Hoewel De Mol geen nieuwe kleding koopt omwille van de klimaatcrisis noemt ze een tripje naar de boekwinkel op zondagmiddag haar guilty pleasure. De narratieve component van ondernemen en investeren is volgens haar sowieso onderschat. Opvallend genoeg heeft CapitalT daarom ook een ‘operating partner storytelling’ (Buffi Duberman) in dienst die portfoliobedrijven helpt met het verbeteren en vertellen van hun verhaal. “Ik geloof in de kracht van verhalen. Je moet als founder namelijk sterk in je eigen verhaal geloven om zoveel tijd en moeite in je bedrijf te steken: je moet echt een beetje in je eigen film leven.”
Op het moment van schrijven gaat CapitalT aan de slag met het ophalen van een tweede fonds. Dit fonds wordt groter dan het vorige, maar de investeringsstrategie blijft echter gefocust op bedrijven in de seed en pre-seed – en de rigoureuze screening van founder teams.