De carrière van Navin van Nieuwenhoven (Loyens & Loeff): ‘Voor een duurzame wereld zijn grote investeringen vereist’

Laatst gewijzigd: 09 februari 2024 15:03
Navin van Nieuwenhoven, advocaat binnen de Investment Management-praktijk van Loyens & Loeff, vertelt over zijn dagelijkse werkzaamheden.

Investeerders gaan met de tijd mee. Er zijn steeds meer ontwikkelingen binnen private equity die worden geraakt door de huidige tijdsgeest. Een inkoppertje is snel gemaakt: investeerders houden steeds meer rekening met duurzaamheidsvraagstukken. Soms wordt die keuze gemaakt door druk vanuit de buitenwereld, de andere keer vanuit interne overwegingen om tot verandering te komen. Aan de koffiebar van het Hourglass zit Navin van Nieuwenhoven die als advocaat bij Loyens & Loeff beheerders van beleggingsfondsen bijstaat. Ook hij merkt dat ESG niet langer een marketingtool is, maar eerder een driver voor waardecreatie.

Doolhof van wet- en regelgeving
Navin van Nieuwenhoven heeft in verschillende steden gestudeerd. Na een master ondernemingsrecht aan de Universiteit Leiden heeft hij ook de master financieel recht aan de Erasmus Universiteit afgerond. ‘’Ik heb altijd interesse gehad in de financiële sector, maar ook in de M&A-praktijk. Echter, na het afronden van de master financieel recht kwam ik tot het besef dat ik in dat vakgebied verder wilde gaan. Mijn interesse gaat vooral uit naar het adviseren van beheerders van beleggingsinstellingen. Vooral de Alternative Investment Fund Managers Directive (AIFMD) is in dat opzicht zeer relevant. Gezien de specialisatie op het gebied van de AIFMD en aanverwante regelgeving is de Investment Management praktijk van Loyens & Loeff toonaangevend en bedient zij dan ook de meeste grote private equity partijen in Nederland. Dit was voor mij een logische plek om me verder te specialiseren.’’

Over zijn werkzaamheden binnen de Investment Management-praktijk vertelt hij dat geen enkele dag hetzelfde is. ‘’Het werk is erg divers’’, vervolgt Van Nieuwenhoven. ‘’De ene dag kan ik een vergunningsaanvraag bij de Nederlandse toezichthouder (AFM) voorbereiden en op de andere dag controleer ik of de informatie die een fondsbeheerder deelt met beleggers wel voldoet aan wet- en regelgeving. Wat ik ook steeds vaker doe: beoordelen of een fonds als duurzaam classificeert onder de Sustainable Financial Disclosure Regulation (SFDR). Wij werken in een groot internationaal team van fiscalisten en advocaten en de werkzaamheden zijn niet enkel beperkt tot Nederlandse bodem. Dit maakt het werk voor mij extra spannend.’’

Afgelopen jaar heeft de AFM haar Trendzicht 2024 gepubliceerd. Daarin worden de belangrijkste ontwikkelingen en risico’s binnen onder andere de assetmanagement-praktijk weergegeven. Ook passeren nieuwe wet- en regelgeving de revue. Dat juist daarin de uitdagingen liggen, onderstreept Van Nieuwenhoven. ‘’In de fondsenpraktijk is het van belang om niet alleen alle details van de huidige wet- en regelgeving te kennen, maar ook op de hoogte te zijn van toekomstige wet- en regelgeving. In dat geval is het nog belangrijker te weten hoe Europese en Nationale toezichthouders daarmee om zullen gaan.’’

Een van de conclusies uit het rapport van de AFM is dat digitalisering een grote invloed zal hebben op de financiële sector. ‘’Een specifiek voorbeeld dat ik in dat kader wil noemen, is de Digital Operations Resilience Act (DORA) die vorig jaar van kracht is geworden en die toezicht houdt op de ICT-risicobeheersing van financiële instellingen. Onder andere fondsbeheerders hebben tot januari 2025 de tijd om aan de vereisten van deze verordening te voldoen. Het is een uitdaging om ruim van tevoren alle gevolgen van deze verordening in kaart te brengen en cliënten hierop voor te bereiden. Om dit goed te doen monitoren wij continu wat Europese en nationale toezichthouders hierover publiceren zodat wij zorgen voor een vloeiende implementatie bij cliënten.’’

Een stap meer
Als beginnende advocaat is de juiste begeleiding noodzakelijk. De studie geeft een juridisch fundament, maar als advocaat binnen de financieel rechtelijke praktijk komt meer van pas. De Lawyers Academy is het interne opleidingsprogramma van Loyens & Loeff. De twee senior coaches, Jasper Neefe en Myrthe Uittenbogaard, begeleiden in de Lawyers Academy elke advocaat-stagiair die bij Loyens & Loeff start, vertelt Van Nieuwenhoven. ‘’De focus van de Lawyers Academy ligt met name op het aanleren van vaardigheden die voor elke advocaat benodigd zijn en waarin vooral volop aandacht is voor de professionele en persoonlijke ontwikkeling. De Lawyers Academy duurt zes maanden en gedurende deze periode krijgt iedere advocaat zijn of haar eigen zaken toegewezen. Je krijgt dus direct verantwoordelijkheid over je eigen dossiers en cliënten, waarin je intensief wordt begeleid door ervaren advocaten. Hierdoor leer je om te gaan met eigen verantwoordelijkheden, cliëntbelangen en het schrijven van processtukken en adviezen.

‘’Daarnaast leer je Loyens & Loeff kennen en bouw je met je collega-advocaten die ook deelnemen direct een intern netwerk op’’, vervolgt hij. ‘’Met hen werk je intensief samen en volg je bijzondere trainingen. Er is bijvoorbeeld een meerdaagse Lawyers Academy Trip waarin de samenwerking van het team en je leiderschapskwaliteiten op de proef worden gesteld. Bovendien is zo’n trip meer dan gezellig natuurlijk. Aangezien iedereen na afloop van de Lawyers Academy naar verschillende praktijkgroepen gaat, maak je waardevolle connecties binnen de hele organisatie. Kortom, in de Lawyers Academy leer je op de leukst mogelijke manier om een volwaardig advocaat te zijn. Zelf heb ik de Lawyers Academy met erg veel plezier doorlopen. Als ik terugkijk op deze periode, ben ik enorm gegroeid op zowel professioneel vlak en persoonlijk vlak.”

Meer dan een marketingtool
Navin van Nieuwenhoven is er duidelijk in: voor een duurzamere wereld zijn er grote investeringen nodig. ‘’Een groot gedeelte van deze investeringen moet op efficiënte wijze van beleggers worden gealloceerd naar investeringen die verduurzaming bevorderen. Private equity partijen spelen een steeds grotere rol in deze allocatie. Zij halen investeringen op bij beleggers om deze vervolgens vanuit een bepaald beleggingsbeleid en met een bepaalde doelstelling te investeren. Het gehele proces van het opzetten van een fonds, ophalen van kapitaal tot het doen van de beleggingen en de uiteindelijke liquidatie vind ik een interessant en juridisch uitdagend proces. Er zijn veel regels waaraan moet worden voldaan, met name op het gebied van financieel recht komen daar erg interessante vraagstukken uit voort. De juridische dienstverlening aan private equity partijen is iets waar ik veel energie van krijg.’’

Sinds maart 2021 is de SFDR van toepassing. Dat deze verordening impact heeft op financiële sector is een gegeven, zo blijkt uit het verhaal van de advocaat. ‘’De SFDR legt gedetailleerde transparantievereisten op aan, onder andere, vermogensbeheerders, waaronder (private equity) fondsbeheerders, banken, beleggingsondernemingen, pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Deze eisen betreffen onder andere de rapportage over Environment, Social en Governance (ESG) aspecten van de door hen aangeboden beleggingen en beheerde fondsen. Zulke vereisten zijn cruciaal in de praktijk; zo zijn beheerders verplicht om duurzaamheidsinformatie te verstrekken via precontractuele documenten, periodieke rapportages en hun website, ongeacht of ze expliciete duurzaamheidsambities hebben. De SFDR maakt onderscheid tussen drie classificaties van beleggingsproducten, beleggingsproducten zonder specifieke duurzaamheidsambitie (artikel 6 SFDR-product), beleggingsproducten die ecologische en/of sociale kenmerken bevorderen (artikel 8 SFDR-product) en beleggingsproducten met een specifieke ecologische of sociale doelstelling (artikel 9 SFDR-product). De classificatie beïnvloedt de mate van gedetailleerde informatie die moet worden gepubliceerd. Artikel 6 SFDR-producten kennen minder strenge eisen dan artikel 8 of 9 SFDR-producten. Belangrijk is dat deze classificaties niet per se de daadwerkelijke duurzaamheid van het product weerspiegelen, maar eerder de doelstellingen en transparantie daaromtrent.’’

”Wij zien in de praktijk dat veel private equity fondsen inmiddels met een artikel 8 kwalificatie in de markt worden gezet”, vertelt hij. ‘’Voor deze kwalificatie is het van belang dat het private equity fonds milieu of sociale kenmerken promoot. Dit kan bijvoorbeeld door een (relevante) uitsluitingslijst te hanteren. Verder is het voor private equity fondsen die onder artikel 8 SFDR vallen relevant dat zij ervoor zorgdragen dat hun portfoliobedrijven de best practices op het gebied van goed bestuur volgen. Dit omvat aspecten omtrent goede managementstructuren, betrekkingen met hun werknemers, beloning van het betrokken personeel en naleving van de belastingwetgeving. Een ander belangrijk aspect van de SFDR zijn de ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren – de Principal Adverse Impact (PAI). Beheerders die de belangrijkste ongunstige effecten van hun beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren in aanmerking nemen, moeten een verklaring geven over hun due diligence-beleid met betrekking tot deze ongunstige effecten. Dit wordt verder gespecificeerd in de in 2023 inwerking getreden SFDR Gedelegeerde Verordening. Op grond van deze verordening moeten beheerders de belangrijkste nadelige gevolgen openbaar maken aan de hand van de in de verordening voorgeschreven PAI-indicatoren. Dit gebeurt niet enkel op entiteitsniveau, maar ook op productniveau moet een duidelijke en gemotiveerde toelichting omtrent de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren worden verschaft. Met betrekking tot verklaring omtrent de belangrijkste ongunstige effecten van hun beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren geldt voor beheerders met minder dan 500 werknemers het Comply or explain-principe. Dit betekent kortgezegd dat de beheerder rekening houdt met de PAI en uitlegt hoe zij dat doet (comply). Of de beheerder houdt geen rekening met PAI en legt uit waarom ze dat niet doet (explain). We zien in de praktijk nog vaak dat beheerders kiezen voor de explain optie. Echter, wij merken dat steeds meer beheerders de vereiste voorbereidingen treffen om aan de PAI te voldoen (comply). Kortom, voor private equity fondsbeheerders is en blijft de SFDR zeer relevant.’’

Verantwoord ondernemen
De termen Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB) en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) hebben een flinke opmars gemaakt. In de nieuwe economie, waarin niet alleen maar de belangen van de aandeelhouders gelden, maar ook die van andere stakeholders, wordt veel gekeken naar ESG. ‘’Sinds de jaren ’90 is een toenemende groei waar te nemen in interesse in duurzame beleggingen. Steeds meer investeerders kijken niet meer enkel naar het rendement op hun beleggingen, maar ook naar het maatschappelijke aspect van hun investeringen. Beleggers hebben in principe een voorkeur voor duurzame beleggingsproducten en willen hier graag snel inzicht in krijgen. De classificaties die de SFDR in het leven heeft geroepen, hebben ertoe geleid dat beleggers graag investeren in een artikel 8 of 9 SFDR beleggingsproduct. Beleggers verlangen van fondsbeheerders dat zij dergelijke duurzame beleggingsproducten aanbieden.’’

‘’De vraag naar duurzame beleggingsproducten brengt uiteraard implicaties met zich mee’’, vertelt Van Nieuwenhoven. ‘’Zo is één van de implicaties dat de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van data over duurzaamheid niet altijd beschikbaar is, omdat niet alle ondernemingen verplicht zijn dergelijke gegevens te publiceren. De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) die in januari 2023 van kracht werd, zorgt dat grote beursgenoteerde bedrijven, grote banken en grote verzekeringsmaatschappijen indien deze meer dan 500 werknemers hebben vanaf 2025 over duurzaamheid moeten publiceren. Hierdoor komt meer relevante data omtrent ESG beschikbaar. Dat is een mooie vooruitgang, omdat ESG data niet altijd gemakkelijk te verkrijgen is. Bijvoorbeeld door gebrek aan transparantie vanuit marktpartijen en wettelijke openbaarmakingsverplichtingen. De CSRD zal meer duurzaamheidsinformatie beschikbaar stellen, waardoor het voor private equity fondsbeheerders eenvoudiger zal worden om hun investeringsbeleid aan te passen op daadwerkelijk beschikbare data. Vervolgens kunnen deze private equity partijen duurzaam investeren in ondernemingen die rapporteren volgens de CSRD. Echter, de extra beschikbare informatie levert ook vergelijkingsdata op, waardoor het ook belangrijke duurzaamheidsdata oplevert voor bijvoorbeeld vergelijkbare ondernemingen die niet onder de CSRD rapporteren. Kortom, je ziet dat niet alleen de vraag vanuit de markt omtrent duurzame beleggingen erg opkomend is. Ook het aanbod vanuit de markt en wet- en regelgeving wordt daar steeds beter op afgestemd.’’

Ten slotte. Wat zijn je verdere ambities binnen dit vakgebied?
‘’Uiteraard is mijn primaire ambitie om als advocaat binnen de Investment Management-praktijkgroep zo veel mogelijk door te groeien. Binnen deze praktijk zou ik graag verder willen doorgroeien op het gebied van ESG. Ik vind dat een relevant en erg leuk onderwerp en ik zou er in de toekomst graag wat over willen publiceren in een juridisch tijdschrift. Een onderwerp wat mij bijvoorbeeld aanspreekt is in hoeverre de rapportageverplichtingen onder de CSRD kunnen bijdragen aan de rapportageverplichtingen van beheerders van beleggingsinstellingen die classificeren als een artikel 8 of 9 SFDR fonds. Iets wat ik ook ambieer is de mogelijkheid die Loyens & Loeff biedt om te werken in het buitenland. Een van mijn ambities is om te werken in New York of London.’’

Gerelateerde artikelen