DD wordt steeds meer ESG
Op 1 juni jl. heeft het Europese parlement een volgende stap gezet in het wetgevingsproces van de Corporate Sustainability Due Diligence (CSDD) Richtlijn. Deze richtlijn wordt daardoor mogelijk al volgend jaar aangenomen. Europese lidstaten hebben vanaf dan nog twee jaar de tijd passende wetgeving in te voeren. Over 2,5 jaar kan dit dus al Europa-brede wetgeving zijn.
Doel van de CSDD-wetgeving is om (potentiële) negatieve effecten van bedrijfsactiviteiten op mensenrechten en het milieu te identificeren, voorkomen, beperken en beëindigen. Dit gaat gelden voor grote ondernemingen die actief zijn binnen de EU. Dit zijn ondernemingen met meer dan 500 werknemers en 150 miljoen euro wereldwijde omzet danwel met meer dan 250 werknemers en 40 miljoen euro omzet indien het om hoge impact sectoren gaat. Dat zijn, kort gezegd, (i) textiel, leer, kleding en schoeisel, (ii) landbouw, bosbouw, visserij, voedingsproducten en dranken en (iii) winning van en handel in minerale hulpbronnen en productie van metalen basisproducten.
Artikel 22 van de CSDD Richtlijn bepaalt dat lidstaten moeten voorzien in wettelijke aansprakelijkheid van ondernemingen voor schade indien zij hun verplichting om (potentieel) nadelige mensenrechten- en milieueffecten te voorkomen, beperken en beëindigen niet naleven en daardoor schade ontstaat. Deze aansprakelijkheid geldt niet alleen voor eigen handelen of nalaten van een onderneming, maar ook voor die van dochtermaatschappijen en gevestigde zakenpartners in de waardeketen. Deze aansprakelijkheid gaat daarmee dus verder dan de eigen aansprakelijkheid. De CSDD Richtlijn verplicht moedermaatschappijen zich te bemoeien met potentiële nadelige mensenrechten- en milieueffecten van dochtermaatschappijen en zakenpartners. Doet een moedermaatschappij dat niet of onvoldoende, dan zal zij sneller dan nu het geval is aansprakelijk kunnen worden gehouden.
Artikel 25 van de CSDD Richtlijn bevat daarnaast een door de lidstaten in te voeren maatschappelijke zorgplicht voor bestuurders. Bestuurders moeten bij het handelen in het belang van de onderneming rekening houden met duurzaamheid. Hier vallen alle Environmental, Social en Governance (ESG) factoren onder. Deze maatschappelijke zorgplicht van bestuurders lijkt daarmee dus verder te gaan dan alleen het nakomen van de due diligence verplichtingen van de eigen onderneming. Wel geldt deze zorgplicht alleen voor bestuurders van ondernemingen opgericht naar het recht van een EU-lidstaat. Bestuurders van niet-EU ondernemingen komen vooralsnog dus met de schrik vrij.
De komende jaren wordt het naleven van dit soort ESG-wetgeving steeds belangrijker voor bedrijven. Bij M&A transacties zal hier ook meer aandacht voor (moeten) komen. Dat begint dan al bij het DD.
Paul A. Josephus Jitta is gespecialiseerd Corporate M&A advocaat en partner bij BUREN