Nederlandse private equity-markt onderzocht: strijd om deals neemt toe

Groei van het aantal proposities blijft achter bij het beschikbare geld.

De Nederlandse private equity-sector staat onder druk. Uit een recent onderzoek van M&A-adviesbureau Aeternus blijkt dat de concurrentie toeneemt, terwijl het aantal interessante investeringsmogelijkheden achterblijft. Dit dwingt investeerders tot creativiteit en specialisatie. Voor hen liggen er nog volop kansen in de markt.

• De Nederlandse private equity-markt wordt steeds competitiever, met 227 actieve partijen en 3.656 deelnemingen eind 2023. Er is voldoende kapitaal, maar het aantal interessante investeringsmogelijkheden groeit niet evenredig mee.

• Om zich te onderscheiden kiezen steeds meer private-equityfirma’s voor specialisatie, vooral door zich te richten op specifieke sectoren.

• Er liggen nog volop mogelijkheden in de markt, onder meer op het gebied van duurzaamheid (ESG), alternatieve financiering en in minderheidsbelangen. Geografische diversificatie, kan ook aantrekkelijk zijn. Zeker de Brainport-regio lijkt onderbenut.

Eind 2023 waren er 227 Nederlandse en buitenlandse private equity-partijen actief in Nederland, met in totaal 3.656 deelnemingen. Daarvan bevonden zich minder dan de helft – 1.638 – in Nederland zelf. Dat betekent dat naar schatting vijf tot tien procent van de Nederlandse bedrijven met meer dan twintig medewerkers een private equity-investeerder als aandeelhouder heeft.

Dat concludeert M&A-adviesbureau Aeternus in het rapport ‘Private Equity in Nederland 2024’.

Opvallend is dat buitenlandse partijen gemiddeld veel meer deelnemingen hebben dan de Nederlandse firma’s. De gemiddelde buitenlandse investeerder heeft 28 participaties in portefeuille, tegenover slechts elf voor Nederlandse partijen. Grote namen als Warburg Pincus, Ardian en Bridgepoint trekken het gemiddelde omhoog.

De onderzoekers constateren dat er nog steeds nieuwe partijen bijkomen, zowel uit binnen- als buitenland. “Het aantal nieuwe spelers groeit minder hard dan in de afgelopen vijf jaar, maar er is nog steeds sprake van groei. Nederland blijft een interessant land voor PE om te investeren”, concludeert Aeternus. De aantrekkingskracht van de Nederlandse markt wordt onder meer toegeschreven aan de hoge economische activiteit, het gunstige ondernemingsklimaat en de betrekkelijk stabiele sociaal-maatschappelijke structuur.

De meeste private equity-partijen – venture-capitalfirma’s zijn nadrukkelijk niet meegenomen in het onderzoek – richten zich op bedrijven met een omzet tussen de tien en honderd miljoen euro. De EBITDA ligt bij voorkeur tussen de twee en tien miljoen euro. Het gemiddelde investeringsbedrag per deelneming bedraagt zo’n twintig miljoen euro. In de range bedrijven met een omzet boven honderd miljoen euro omzet zijn de buitenlandse PE-partijen in verhouding dominanter.

Boven de 250 miljoen omzet is het aantal Nederlandse PE-partijen zelfs kleiner dan het aantal (grote) buitenlandse PE-partijen. “Dit past in het beeld dat de Nederlandse PE over het algemeen kleiner is dan de buitenlandse partijen die in Nederland actief zijn en zich dan ook niet op de grotere bedrijven focussen”, aldus het rapport.

Specialisatie belangrijker
Volgens het rapport is er ‘voldoende geld beschikbaar bij de fondsen, maar neemt het aantal proposities in verhouding niet toe’. Dit veroorzaakt een toenemende concurrentie in de Nederlandse markt. Doordat meerdere partijen interesse tonen in dezelfde bedrijven, worden investeerders gedwongen hogere prijzen te betalen. Dat maakt het lastiger om aantrekkelijke rendementen te behalen.

Ondanks de toenemende concurrentie zien de onderzoekers van Aeternus nog kansen voor private equity-firma’s die in Nederland actief zijn.

Zeker voor de investeerders die zich weten te onderscheiden, want dat wordt met de toename van het aantal PE’s in Nederland steeds belangrijker, stelt het rapport. “Terminologie als ‘strategisch meedenken’, ‘hands-on’ en ‘pragmatisch’, zijn onvoldoende overtuigend voor de gemiddelde ondernemer.”

Om zich te profileren kiezen steeds meer private equity-partijen inderdaad voor specialisatie. Zo richten sommige PE’s zich alleen maar op investeringen in specifieke situaties, zoals een carve out of een MBO. Maar de meeste PE’s staan neutraal tegenover deze ‘investeringscontext’, volgens het rapport. Eerder kiezen PE’s voor specialisatie in bepaalde sectoren. De populairste sectoren zijn IT, software & technology, consumentenproducten en farma, healthcare & life sciences.

Deze trend naar specialisatie biedt voordelen voor zowel investeerders als ondernemers. Private equity-firma’s kunnen hun expertise en netwerk in een bepaalde sector beter benutten. Voor ondernemers betekent het dat ze een gesprekspartner krijgen die hun business echt begrijpt en toegevoegde waarde kan leveren. En: “Een ondernemer verwacht een gesprekspartner die de sector en het bedrijf begrijpt. Branchekennis kan hierbij het verschil maken als een ondernemer moet kiezen tussen twee PE-partijen.”

“Kiezen voor een bepaalde focus heeft ook andere voordelen zoals een efficiëntere inzet van branche-experts en acquisitie aanpak”, aldus de onderzoekers. Ze verwachten dan ook dat het aantal PE’s met een ‘sector-agnostische aanpak’ in de toekomst lager zal worden.

Geografische diversificatie
Geografische diversificatie in binnen- en buitenland kan ook een manier zijn voor PE-firma’s om zich te onderscheiden.

Zo’n tachtig procent van de private equity-kantoren is gevestigd in de Randstad. Amsterdam spant de kroon met ruim veertig procent van alle vestigingen. Daar staat tegenover dat slechts 1,8 procent van de private equity-partijen is gevestigd in Eindhoven.

“Dit is opmerkelijk, aangezien Eindhoven en in iets breder perspectief de Brainport-regio, een van de belangrijkste economische regio’s van Nederland is. De verwachte economische groei is hoger dan in de rest van Nederland. Bovendien is het de technologisch meest innovatieve regio van Nederland”, aldus de onderzoekers.

Deze geografische mismatch tussen private equity-kapitaal en innovatieve bedrijvigheid biedt kansen voor investeerders die bereid zijn buiten de Randstad te kijken. De Brainport-regio herbergt veel snelgroeiende technologiebedrijven die potentieel interessante investeringsmogelijkheden kunnen bieden.

Ook het buitenland biedt ruimte. Door over de grens te kijken kunnen Nederlandse investeerders de concurrentie op de thuismarkt ontlopen en nieuwe groeimogelijkheden aanboren. “In Duitsland bijvoorbeeld is in het MKB nog genoeg ruimte voor PE in het formaat ‘Nederlands MKB’, zowel voor add-ons als voor platforminvesteringen.”

Veel investeerders hebben dit goed in de gaten. “PE’s vestigen zich in toenemende mate in het buitenland of worden in het buitenland actief”, constateert het rapport. Van de Nederlandse private-equitypartijen zijn er inmiddels zeventig ook actief in het buitenland. Zij hebben gezamenlijk 419 buitenlandse deelnemingen. Duitsland is daarbij veruit de populairste bestemming, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk en België.

Alternatieve financiering
Ook de lagere financieringsbereidheid van banken biedt de sector kansen. PE-firma’s kunnen geld ter beschikking stellen aan bedrijven die ambitieuze bedrijfsplannen willen financieren, zeker in branches waar banken minder snel financiering verstrekken. Dit kan gecombineerd worden met financiering van banken of van private debt fondsen, stelt Aeternus.

ESG
Een andere kans ligt op het gebied van duurzaamheid. “Een bedrijf moet een ESG-beleid hebben. Het is een voorwaarde van de meeste PE’s om in gesprek te gaan”, constateert Aeternus. Bedrijven die vooroplopen op het gebied van Environmental, Social en Governance-criteria (ESG) zijn in trek bij investeerders. “Bedrijven met een duurzame oplossing die hiermee een concurrentieel voordeel hebben gecreëerd ten opzichte van de concurrentie en daardoor sneller groeien of een meer dan gemiddelde winst maken, worden door de PE’s omarmd.”

Tegelijkertijd constateren de onderzoekers dat investeringen in de recycling-sector nog achterblijven. Slechts één procent van alle deelnemingen bevindt zich in deze sector. “Dat is op zichzelf wel opmerkelijk, gelet op het actuele ESG beleid van private equity. Juist de recycling kan een belangrijke bijdrage leveren aan de gewenste verduurzaming van producten en productie”, stelt Aeternus.

Dit biedt kansen voor private equity-partijen die durven te investeren in de circulaire economie. Door in een vroeg stadium in te stappen in deze groeimarkt kunnen ze mogelijk een voorsprong opbouwen ten opzichte van de concurrentie.

Minderheidsbelangen
Tot slot blijkt dat de meerderheid van de private equity-partijen (47,5 procent) een voorkeur heeft voor het nemen van een meerderheidsbelang. Slechts 6,17 procent richt zich expliciet op minderheidsbelangen. “Dat biedt kansen voor nieuwe partijen om hier marktaandeel mee te pakken.”

Lees ook: Hoe kunnen PE-partijen waarde blijven creëren en missers voorkomen? (Private Equity Summit 2024)

Gerelateerde artikelen