Britse regering overweegt opkopen British Steel
De Britse regering overweegt de nationalisatie van British Steel. Het verlieslijdende bedrijf staat op het punt gesloten te worden, nadat de Chinese eigenaar Jingye Group en de Britse regering er niet in slaagden om overeenstemming te bereiken over financiële steun voor het staalbedrijf.
Dit melden Britse media. De situatie is niet alleen een financiële kwestie, maar heeft ook politieke implicaties. De sluiting van de laatste staalfabriek zou 2.700 banen kosten en 95 procent van het staal voor de Britse spoorrails zou verdwijnen. Groot-Brittannië zou dan niet meer de capaciteit hebben om zelf staal te produceren.
De situatie bij de laatste Britse staalfabriek is kritiek. Niet alleen verkeert de fabriek zwaar in de rode cijfers, maar het bedrijf is ook bijna door de grondstoffen heen die nodig zijn om de hoogovens draaiende te houden. Dit probleem moet binnen twee dagen worden opgelost. Het herstarten van de hoogovens zou moeilijk, tijdrovend en kostbaar zijn.
Vorig jaar waren er al grote zorgen over het voortbestaan van het bedrijf. De externe accountant van het bedrijf stapte op omdat de financiële verantwoording van de cijfers niet kon worden vastgesteld. Het was al de tweede accountant die er om die reden de brui aan gaf.
Volgens minister van Industrie Sarah Jones is het voor British Steel het beste om door te gaan als een commercieel bedrijf, met private investeringen en de overheid die ondersteunend optreedt. Wat de redding van British Steel precies zou kosten, is niet bekend.
