Branche van de maand: Zorgsector
Van Doorne is zich sinds begin jaren ’90 van de vorige eeuw specifiek gaan toeleggen op de zorgsector met een eigen ‘zorgteam’, dat inmiddels bestaat uit zo’n tien specialisten. Wat is er zo typerend aan de zorgsector? Willemien Bischot: “De netwerken in de zorg zijn heel hecht en succes is mede afhankelijk van de betrokkenheid bij die netwerken. De zorg is vrij traditioneel georganiseerd, iedereen kent elkaar en leert van elkaars successen en ideeën. Je hebt vrij direct contact met beslissingsnemers.” Marg Janssen: “De wet- en regelgeving die aan vrijwel constante verandering onderhevig is, maakt het ook tot een spannende sector om te werken. Cliënten gaan ervan uit dat je altijd op de hoogte bent van de ontwikkelingen en op nieuwe regelgeving reeds een panklaar antwoord hebt. Dat daagt je uit om er bovenop te zitten en buiten het juridische ook op de hoogte te zijn van aspecten als tarifering en politieke besluitvorming.”
Op het gebied van M&A zijn er in de zorg twee significante ontwikkelingen: joint ventures tussen ziekenhuizen en spin outs van bepaalde onderdelen. Bischot: “Van consolidatie is geen sprake; het gesprek gaat over spreiding en concentratie, in lijn met de wensen van de politiek. De basiszorg die lokaal voorhanden moet zijn wordt gespreid en hoogwaardige zorg die kapitaalintensief is, wordt zoveel mogelijk geconcentreerd zodat de geboden kwaliteit hoog kan blijven. De Mededingingswet en het strenge toezicht van de NMa op de sector, hindert veel ziekenhuizen wel in hun bewegingen. Fusies en andere samenwerkingen worden kritisch tegen het licht gehouden en soms tegengehouden of beboet. Alles moet passen binnen het concentratie toezicht of het kartelverbod.”
Een joint venture of spin-out is dan een logisch alternatief. “Joint ventures zie je vooral in deelsectoren die ziekenhuizen traditioneel zelf al bedienen; pathologie, klinische chemie”, aldus Janssen. “Daarnaast zijn er onderdelen van ziekenhuizen die apart worden gezet ten behoeve van de ontwikkeling van een nieuwe vorm van dienstverlening. Dat zie je bijvoorbeeld in de kindergeneeskunde en de orthopedie. Private equity-partijen hebben juist belangstelling voor kleinere zelfstandige initiatieven. De zorgsector is als groeimarkt aantrekkelijk voor investeerders. Toch kenmerkte 2011 zich nog als een jaar waarin private equity de kat uit de boom keek en zal 2012 vermoedelijk meer activiteit kennen.”
Het boeiende aan advisering van de zorgsector is volgens beide advocaten het directe contact met cliënten, die allemaal in de Nederlandse markt actief zijn. Bischot: “Die betrokkenheid bij de Nederlandse maatschappij trekt mij persoonlijk meer dan cliënten in het buitenland die je voor een overname één keer een periode spreekt. Je denkt heel proactief mee met de strategie en zorgt ervoor dat je bepaalde wet- en regelgeving ruimschoots voor bent. De laatste jaren is banking en finance ook een significanter rol gaan spelen binnen de zorgsector en we schakelen dus ook veel met die discipline.” Welke deal was voor Bischot en Janssen het meest bijzonder? Bischot: “Dan noem ik toch de fusie tussen het Medisch Centrum Leeuwarden en ziekenhuis De Tjongerschans in Heerenveen. Na een lang traject van anderhalf jaar is het een kroon op het werk als de fusie door de NMa wordt toegestaan. Wellicht schept het een precedent voor toekomstige fusies, in een sector die volop in beweging is.”