Bouwer BAM zinspeelt op ingrepen bij probleemonderdelen
Het bedrijf liep door de coronacrisis in de loop van de periode vooral in België tegen bepaalde beperkingen aan, maar weet de mindere prestaties vooral aan drie bedrijfsonderdelen die niet naar behoren presteerden. Interim-topman Frans den Houter zinspeelde in een toelichting op "afbouw en heroriëntering" van activiteiten.
Volgens Den Houter stelden de resultaten over het eerste kwartaal van de Nederlandse infra-activiteiten, Duitse bouwactiviteiten en BAM International teleur. Het bedrijf wil waar mogelijk verbeteringen doorvoeren en grijpt waar nodig in. De Nederlandse bouw- en vastgoedactiviteiten leverden volgens de topman opnieuw een goede bijdrage, hoewel lager dan het "uitzonderlijk hoge niveau" van vorig jaar.
BAM sloot de meetperiode af met ruim 1,6 miljard euro aan opbrengsten. Dat was een fractie meer dan een jaar eerder. Het resultaat voor belastingen was 1,3 miljoen euro tegen 16,8 miljoen een jaar eerder. BAM had eind maart nog voor 12,7 miljard euro aan werk op de plank liggen.
Door de crisis zag BAM zich eerder genoodzaakt maatregelen te treffen. Zo werd in de kosten gesneden en werd een kredietfaciliteit van 400 miljoen euro volledig getrokken, waarmee de liquiditeitspositie volgens de bouwer stabiel is. Ook werd de kredietfaciliteit verlengd tot 2024.
Volgens BAM is het noodzakelijk dat overheden de sector ondersteunen. De bouwer is blij met de stap van sommige regeringen om de uitvoering van infrastructuur- en bouwprojecten te versnellen. In Nederland dienen volgens het bedrijf ook adequate politieke maatregelen te worden genomen om de impact van stikstof en PFAS te verminderen.
Verder waarschuwt BAM voor de onzekerheden rond Covid-19. "Het is duidelijk dat daarvan een aanzienlijk nadelig effect zal uitgaan op onze activiteiten, inclusief druk op de toeleveringsketen, en op onze toekomstige financiële prestaties", waarschuwt Den Houter.