‘Exit readiness moet voor overname al op de agenda staan’
Op de foto: Marco Stegeman (links) en Remco Koopman van Bluefield.
Maar al te vaak voldoet een informatie- en rapportagesysteem van een bedrijf niet aan de eisen die een potentiële investeerder stelt. Bluefield kan de ‘gap’ tussen ideaal en werkelijkheid in de informatiehuishouding in kaart brengen. En zorgen dat het bedrijf ‘exit ready’ wordt gemaakt.
Van oorsprong afficheert Bluefield zichzelf als 'een consultancy uit Utrecht gespecialiseerd in financieel advies en het optimaal inrichten van de financiële processen'. Maar door de indrukwekkende ontwikkeling van afgelopen jaren doet de dienstverlener zichzelf daarmee te kort. Bluefield heeft enorme expertise als het gaat om het beoordelen van de kwaliteit en toegevoegde waarde van de informatievoorziening die nodig is voor het inzichtelijk maken van het behalen van de strategische doelstellingen van een organisatie, zeker wanneer het de bedoeling is dat de investeerders op termijn een 'exit' kunnen maken. "We dragen eraan bij dat zo'n bedrijf 'exit ready' wordt gemaakt", stellen managing partners Marco Stegeman en Remco Koopman.
Met hun expertise op het snijvlak van finance, processen en automatisering onderscheiden Stegeman, Koopman en hun medewerkers zichzelf zowel van de technisch georiënteerde IT-consultants ('mensen die in enen en nullen denken', aldus Koopman) als van de meer bedrijfskundig georiënteerde, maar theoretisch ingestelde organisatieadviesbureaus. Ze combineren het beste van de twee werelden, en gaan prat op hun 'hands-on en bottom-up’ aanpak die gepaard gaat met verstand van zaken.
De dienstverlening van Bluefield is vooral interessant voor Private Equity-firma's, die immers willen dat de informatievoorziening van elke bedrijf waarin ze investeren de groeidoelstellingen kan ondersteunen. Inmiddels werkt Bluefield al 15 jaar in deze niche, vooral in opdracht van PE-firma's die in de midmarket opereren, bij bedrijven met een jaaromzet van 50 tot 500 miljoen euro. Zo werkte Bluefield onlangs voor Bencis Capital Partners toen het Fit for Free overnam van Avedon Capital Partners.
Vaak opereert Bluefield binnen zo'n overgenomen bedrijf samen met de CFO, althans de laatste jaren. "Vroeger was het bijna een gewoonte dat een CFO het veld moest ruimen als een Private Equity-firma in beeld kwam, meer dan 85% van de zittende CFO’s moest het veld ruimen. Die trend is nu aan het veranderen. Het vervangen van een CFO is niet altijd de gedroomde oplossing. Tegenwoordig zien investeerders in dat er een efficiëntere manier is om structurele verbeteringen door te voeren en het Next Level in informatievoorziening te bereiken.”, zegt Koopman.
Complete 'turnaround'
Wel moet de CFO bereid zijn daarbij mee te werken aan een complete 'turnaround'. "Want een Private Equity-firma zet altijd in op groei, om een goed rendement voor investeerders te bewerkstelligen.” Het bedrijf moet groter worden, schaalbaar en internationaal." Terwijl de financiële informatiehuishouding van het bedrijf daar op het moment dat de Private Equity-firma z'n intrede doet lang niet altijd op is ingesteld.
"In familiebedrijven zijn door de informele sfeer de planning-, control- en rapportage-werkzaamheden vaak nog niet professioneel ingericht”, aldus Stegeman. "Elders, zeker in conservatieve bedrijven, is financial control vaak wel goed op orde maar is de business control nog ondermaats. Terwijl een Private Equity-firma juist ook behoefte heeft aan een goede business control, die niet alleen inzicht geeft in financiële resultaten uit het verleden, maar ook aan betere, op de toekomstgerichte financiële plannings- en rapportageprocessen."
En daar komt de Bluefield om de hoek kijken, meestal al tijdens de due diligence. Dan gaat het er vooral om de kwaliteit van de financiële data en processen te beoordelen en te kijken in hoeverre deze afwijkt van het ideaal waaraan moet worden voldaan zodat de Private Equity-firma de komende jaren over alle benodigde strategische en operationele informatie kan beschikken. Na een QuickScan van ongeveer drie weken beschikt Bluefield over een duidelijk beeld van deze 'gap' tussen ideaal en werkelijkheid. Vervolgens heeft het bureau nog drie tot zes maanden nodig om die kloof ook daadwerkelijk te overbruggen.
'One stop shop'
Kortom, om het “Next Level” project af te ronden waarbij financial control ingericht is op het optimaliseren van werkkapitaalbeheer en governance, business control de operatie ondersteunt in de verdere ontwikkeling van het bedrijf en de organisatie optimaal gebruik maakt van automatisering, is het noodzaak om een duidelijke scope en tijdslijn goed af te stemmen. Na overdracht aan de lijnorganisatie vertrekt Bluefield weer tot er eens een 'add-on' moet worden geïmplementeerd of aan het einde van de rit, als moet worden gekeken of het bedrijf wat de informatiehuishouding betreft inderdaad klaar is voor de exit.
De aanpak van Bluefield – een 'one-stop-shop', die tegen vooraf bepaalde kosten en binnen een vastomlijnde termijn een project afrondt – garandeert dat het werk ook naar behoren wordt uitgevoerd. "Het is geen 'rocket science' wat wij doen", erkent Koopman. "Veel bedrijven hebben ook wel de competentie in huis om het zelf te doen. Alleen ontbreekt vaak de tijd; iedereen zit al tot over z'n oren in het werk. Bovendien krijg je al snel een conflict tussen mensen die aan het project werken en de mensen die zich bezig houden met de lijnwerkzaamheden.”
“En dan wint de lijn altijd: de waan van de dag is altijd leidend, als er problemen zijn bijvoorbeeld met facturatie wordt het werk aan een veranderproject om tot betere rapportages te komen stilgelegd. De kans is groot dat een bedrijf maar blijft aanhikken tegen zo'n project om 'tot de Next Level te komen'. Terwijl wij het werk projectmatig uitvoeren en in korte tijd afronden. En dan zo snel mogelijk weg zijn."